Sleutels beheren

Sleutels en sleutelbossen voor objecten beheren. Sleutels en sleutelbossen zijn toegewezen aan houders aan wie de sleutels en sleutelbossen zijn uitgegeven.

  1. Selecteer Objecten > Extra functies > Sleutelbeheer.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Voer de Sleutel/Sleutelbos, Sleutelomschrijving en Organisatie in.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Type
    Selecteer een sleutel of sleutelbos.
    Toegangsniveau
    Selecteer desgewenst Wijzigen, Afdeling, Hoofd of Totaal generaal als het toegangsniveau voor de sleutel of de sleutelbos.
    Kast
    Geef de kast op waarin de sleutel is opgeborgen.
    Positie
    Voer de positie binnen de kast in waar de sleutel ligt opgeborgen.
  5. Schakel het selectievakje Verloren in als de sleutel of de sleutelbos kwijt is.
  6. Schakel het selectievakje Niet in gebruik in als de sleutel of de sleutelbos niet meer wordt gebruikt.
  7. Voer desgewenst de Bovenliggende sleutel, de Leverancier, het Sleutelnummer leverancier, de Producent en het Sleuteltype van de sleutel in.
  8. Geef de volgende gegevens op:
    Sleutelcode
    Voer de code of het nummer in waarmee de diepte van de insnijding voor een sleutel wordt aangegeven.
    Medewerkers
    Voer de medewerker in die de houder is van de sleutel of sleutelbos.
    Vervaldatum afgifte
    Voer de vervaldatum in voor de uitgifte van de sleutel of sleutelbos aan de houder.
    Notities houder
    Voer desgewenst notities in voor de houder van de sleutel of sleutelbos.
  9. Klik op Record opslaan.