Details vastleggen voor de Markov-overgangsmatrix

Om de status van het object te bepalen, kunt u met deze matrix de waarschijnlijkheden vastleggen van de overgang van ene naar de andere toestand en het gewicht dat aan elke toestand is toegewezen. Als de waarschijnlijkheidsmatrix is voltooid, klikt u op Curvepunten genereren. Met deze optie wordt het proces gestart waarmee automatisch nieuwe curvepunten worden aangemaakt op basis van Markov-ketens.

Een Markov-keten is een stochastisch model aan de hand waarvan wordt bepaald hoe waarschijnlijk het object een bepaalde toestand of status zal hebben nadat het een bepaalde toestand of status in een eerdere iteratie van de keten heeft bereikt. De wijzigingen in de toestand van het object worden overgangen genoemd en de waarschijnlijkheden waardoor het object van de ene in de andere toestand terecht komt, worden overgangswaarschijnlijkheden genoemd. Er wordt vanuit gegaan dat het object aanvankelijk in een perfecte toestand verkeert.

U kunt zones toevoegen om de slijtage van objecten voor perioden te differentiëren. Zo kunnen objecten een bepaalde vervalcurve voor vijf jaar hebben, maar een andere vervalcurve voor de volgende vijf jaar.

Als u de waarschijnlijkheden van de overgang naar verschillende toestanden wilt selecteren, moet u eerst het selectievakje Markov-ketens inschakelen op het scherm Vervalcurven en geeft u het Aantal toestanden op.

  1. Selecteer Objecten > Objectrangorde > Vervalcurven.
  2. Selecteer de vervalcurve waarvoor u details voor de Markov-overgangsmatrix wilt definiëren en klik vervolgens op het tabblad Markov-overgangsmatrix.
  3. Geef de waarschijnlijkheden van de overgang van elke toestand naar een andere toestand op als een nummerbereik van 0 tot 1.
  4. Klik op Nieuwe zone toevoegen om een nieuwe zone voor de overgangsmatrix aan te maken.
    Een nieuwe set overgangswaarschijnlijkheidsrecords wordt aangemaakt voor de volgende hogere zone voor de vervalcurve van de kopgegevens. U kunt maximaal 99 zones hebben.
  5. Klik op Hoogste zone verwijderen om de set overgangswaarschijnlijkheden te verwijderen die aan de hoogste zone zijn gekoppeld.
  6. Klik op Curvepunten genereren om de curvepunten voor de overgangsmatrix te genereren.
  7. Klik op Matrix en curvepunten genereren om de nieuwe overgangsmatrix en de nieuwe curvepunten te genereren. De opdracht wordt op de achtergrond verwerkt omdat het even kan duren, afhankelijk van het aantal historische records dat wordt opgenomen.
    NB

    U kunt de matrix voor op percentage gebaseerde vervalcurven niet automatisch genereren. Voor deze typen vervalcurven moet de matrix handmatig worden ingevoerd.