Objecten aan vervalcurven koppelen

U kunt objecten, objectklassen of objectencategorieën aan vervalcurven koppelen Deze records worden gebruikt om te bepalen welke historierecords worden opgenomen in het proces voor het genereren van de Markov-overgangsmatrix en welke records in het curvediagram worden weergegeven.

  1. Selecteer Objecten > Objectrangorde > Vervalcurven.
  2. Selecteer de vervalcurve waaraan u objecten wilt koppelen en klik vervolgens op het tabblad Selectie rangordehistorie.
  3. Geef Klasse, Categorie of Object op om aan de vervalcurve te koppelen.
    NB

    Indien u meerdere objecten selecteert, wordt voor elk geselecteerd object een record aangemaakt.

  4. Geef de volgende gegevens op:
    Type
    Geef het type op, zoals Conditie-index, Index kritiek belang, Index vestigingscondities, Betrouwbaarheidsindex of Prioriteitsindex risico.
    Inclusief buiten bedrijf
    Schakel dit selectievakje desgewenst in om klassen, categorieën of objecten op te nemen die niet langer beschikbaar zijn voor gebruik.
    Inclusief niet in gebruik
    Schakel dit selectievakje desgewenst in om klassen, categorieën of objecten op te nemen die niet in gebruik zijn.
    Incl. lineaire objecten
    Schakel dit selectievakje desgewenst in om klassen, categorieën of objecten op te nemen die lineair zijn.
  5. Klik op Bevestigen.