Cases voor casebeheer definiëren

Maak records aan voor gebeurtenissen die tijdens het werk plaatsvinden en niet als objecten gelden, en daarom niet kunnen worden getraceerd aan de hand van een werkorder. Voorbeelden van zulke gebeurtenissen zijn afvallozingen, ongelukken of de noodzaak aantekeningen te maken die betrekking hebben op uw dienst of de historie van objecten die losstaan van werkorders. Definieer deze gebeurtenissen als cases.

Om cases voor casebeheer te definiëren, moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Activiteiten > Casebeheer.
  2. Klik op het tabblad Recordweergave.
  3. Klik op Nieuwe record.
  4. Geef hier een omschrijving van de case op.
  5. Geef de volgende gegevens op:
    Organisatie
    Voer hier de organisatie van de case in.
    Objecten
    Voer hier het object in als dat betrekking heeft op de case.
    NB

    Object is vereist om een vervolgwerkorder voor de case aan te maken.

    Type
    Geef hier type op.
    Afdeling
    Voer de afdeling in die verantwoordelijk is voor de case.
    Status
    Geef hier de status van de case op. Voer Aangevraagd, Openstaand, Afgesloten of Geannuleerd in.
  6. Voer de gegevens van deze case in:
    Klasse
    Voer hier de klasse van de case in.
    Locatie
    Voer hier de locatie van de gebeurtenis of case in. Als er sprake is van objecten, geef dan de locatie daarvan op.
    Servicecode
    Voer de servicecode in die u aan de gebeurtenis of case wilt koppelen.
    Gebied
    Voer hier het gebied in waar de case heeft plaatsgevonden.
    Prioriteit
    Geef hier de prioriteit van de case op.
    Kostencode
    Voer hier de kostencode in.
    Begindatum gebeurtenis
    Geef hier de datum op waarop de case-gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
    Einddatum gebeurtenis
    Geef hier de datum op waarop de case-gebeurtenis is geëindigd.
    Totaal geschatte kosten
    Voer hier het totaal van de geschatte kosten om de problemen die veroorzaakt zijn door de gebeurtenis op te lossen.
  7. Schakel het selectievakje Regulerend in om aan te geven dat deze case-gebeurtenis betrekking heeft op een voorschrift of een gereglementeerde gebeurtenis.
  8. Schakel het selectievakje Vervolg vereist in om aan te geven dat voor deze case-gebeurtenis vervolggegevens vereist zijn.
  9. Schakel het selectievakje Gevaarlijke stoffen om aan te geven dat bij deze case-gebeurtenis gevaarlijke stoffen betrokken zijn of dat een gebeurtenis verband houdt met gevaarlijke stoffen.
  10. Voer de gegevens in van de vervolgwerkorder als er sprake is van een gerelateerde werkorder.
  11. Voer de gegevens in van lineaire referenties als de gekoppelde objecten lineair zijn.
  12. Voer de volgende traceringsgegevens in:
    Aanvrager
    Voer hier de persoon in die gevraagd heeft aan de case te werken.
    Aangevraagd op
    Voer hier de datum in voor de aanvraag van werk vanwege de gebeurtenis.
    Verantwoordelijke
    Voer hier de code in van de medewerker die verantwoordelijk is voor de case-gebeurtenis.
    Naam verantwoordelijke
    Voer hier de naam in van de medewerker die verantwoordelijk is voor het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege de gebeurtenis.
    E-mail verantwoordelijke
    Geef hier de persoon op die verantwoordelijk is voor het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege de gebeurtenis.
    Toegewezen aan
    Voer hier de persoon in die belast is met het voltooien van het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege de gebeurtenis.
    Naam toegewezen-aan
    Voer hier de naam in van de persoon die is belast met het voltooien van het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege de gebeurtenis.
    E-mailadres toegewezen-aan
    Geef hier het e-mailadres op van de persoon die is belast met het voltooien van het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege een gebeurtenis.
    Geplande begindatum
    Geef hier de geplande begindatum op voor het werk dat moet worden uitgevoerd vanwege de gebeurtenis.
  13. Klik op Record opslaan. Voer hier een unieke code in om aan te geven dat de Case is toegewezen.