Gevaren en voorzorgsmaatregelen koppelen op het scherm Veiligheidsmatrix

U kunt gevaren en voorzorgsmaatregelen identificeren en koppelen die voorkomen wanneer bepaalde onderhoudsactiviteiten op opgegeven objecten worden uitgevoerd. De gevaren en voorzorgsmaatregelen die op dit scherm zijn gekoppeld, zijn afhankelijk van de combinatie van een object of locatie en de activiteit die op dat object of die locatie is uitgevoerd. Als er bijvoorbeeld moet worden gelast om een lek te repareren in een tank die een brandbare vloeistof bevat, betekent dit dat er gevaar is voor een explosie of brand. Aan andere activiteiten in die tank waarvoor geen open vuur nodig is, kunnen ook andere gevaren zijn gekoppeld die geen risico op een explosie of brand vormen. Met dit scherm kunt u al deze potentiële gevaarlijke situaties definiëren.

NB

Gevaren en voorzorgsmaatregelen kunnen ook worden gekoppeld op het tabblad Veiligheid van de schermen Bedrijfsmiddelen, Posities, Systemen en Activiteit, zoals de schermen Standaardwerkorder en PO-schema's. Deze gevaren en voorzorgsmaatregelen die zijn gekoppeld op het tabblad Veiligheid van de schermen, zijn altijd van toepassing op deze records, ongeacht de activiteit of waar de activiteit wordt uitgevoerd. Zo bestaat voor een object dat 50 meter in de lucht is geïnstalleerd, altijd het gevaar dat het zal vallen. Dit gevaar is aanwezig, ongeacht de activiteit die u uitvoert.

  1. Selecteer Werk > Werkvergunning > Veiligheidsmatrix.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef de volgende informatie over veiligheidsdetails op:
    Organisatie
    Geef hier de organisatie op waartoe deze veiligheidsmatrix behoort.
    Gevaarlijke stoffen
    Geef hier het gevaar op dat u aan deze veiligheidsmatrix wilt koppelen.
    Voorzorgsmaatregel
    Voer de veiligheidsmaatregel in om te voorkomen dat uw medewerkers gevaar lopen.
    Tijdstip
    Selecteer het tijdstip waarop de voorzorgsmaatregel moet worden genomen. Als een medewerker bijvoorbeeld met vuur werkt, kunt u het tijdstip "tijdens" invoeren om de medewerker te waarschuwen dat hij/zij brandwerende kleding moet dragen tijdens de taak.
    Volgnummer
    Geef hier het volgnummer op om de volgorde aan te geven waarin uw medewerker op de hoogte moet worden gebracht van de voorzorgsmaatregel. Alle voorzorgsmaatregelen zijn belangrijk, ongeacht het opgegeven volgnummer.
  4. Geef hier de volgende informatie over activiteitsdetails op:
    PO-schema
    Geef desgewenst het PO-schema op dat u aan het gevaar en de voorzorgsmaatregel voor dit object wilt koppelen.
    Standaard werkorder
    Geef hier desgewenst de standaardwerkorder op die u aan het gevaar en de voorzorgsmaatregel voor dit object wilt koppelen.
    Taakplan
    Geef hier desgewenst het taakplan op dat u aan het gevaar en de voorzorgsmaatregel voor dit object wilt koppelen.
    Jobplan
    Geef desgewenst het jobplan op dat u aan het gevaar en de voorzorgsmaatregel voor dit object wilt koppelen.
  5. Geef de volgende informatie over objectgegevens op:
    Klasse
    U kunt desgewenst de klasse van het object opgeven.
    Categorie
    U kunt desgewenst de categorie van het object opgeven.
    Objecten
    Geef hier het object op als u Klasse en Categorie leeg hebt gelaten.
  6. U kunt desgewenst het selectievakje Toepassen op onderliggende entiteiten inschakelen om de veiligheidsdetails op alle onderliggende records toe te passen. Een veiligheidsrecord die aan een productielijn is gekoppeld, is nu toepasbaar op alle objecten in die productielijn.
  7. Klik op Bevestigen.