Installatieparameters definiëren

Door nieuwe installatieparameters te definiëren kunt u het systeem aanpassen aan uw specifieke werkomgeving. Zo definieert u de standaardinstellingen die op het hele systeem van toepassing zijn, zoals het feit of de afdelingsbeveiliging is in- of uitgeschakeld, of het aantal dagen voordat het wachtwoord van de gebruikers verloopt. Bij de installatie van Infor EAM wordt een aantal standaardwaarden ingesteld. Deze standaardinstellingen worden ook wel "installatiecodes" of "installatieparameters" genoemd. U kunt ook bestaande installatieparameters bewerken.

NB

Het is het beste als alleen gekwalificeerde Infor EAM-systeembeheerders installatieparameters aanmaken met specifieke begeleiding en goedkeuring van uw Infor-consultant. Neem contact op uw Infor-consultant om installatieparameters aan te maken.

  1. Selecteer Beheer > Beveiliging > Installatieparameters.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Installatieparameter
    Geef hier een unieke code op die als identificatie dient voor de installatieparameter en geef vervolgens een omschrijving van de installatieparameter in het veld ernaast.
    NB

    U kunt geen vaste installatieparameters definiëren of nieuwe installatieparameters aan een module toewijzen.

    Waarde
    Geef hier de standaardwaarde voor de parameter op.
  4. Klik op Record opslaan.