Velden definiëren voor gebruikergedefinieerde schermen

U kunt velden aanmaken, wijzigen of verwijderen voor gebruikergedefinieerde schermen.

  1. Selecteer Beheer > Schermconfiguratie > Gebruikergedefinieerde schermen.
  2. Selecteer het gebruikergedefinieerde scherm waarvoor velden moeten worden gedefinieerd en klik vervolgens op het tabblad Velden.
  3. Klik op Veld toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Veldnaam
    Geef hier de naam van het veld op. De veldnaam moet uniek zijn en kan geen gereserveerd databasewoord zijn of speciale tekens bevatten.
    Omschrijving
    Geef hier een omschrijving van het veld op.
    Veldlabel
    Geef de standaardtekst voor het veld op. De standaardwaarde van Veldlabel is gelijk aan Veld.
    Volgnummer
    Geef hier een volgnummer op. Velden worden in oplopende volgorde op basis van volgnummer weergegeven.
    Veldtype
    Geef hier het veldtype op. Het standaard Veldtype is Alfabetisch. Geef het standaard Veldtype als een van de volgende opties op:
    • Alfabetisch
    • Numeriek
    • Datum
    • Datum/tijd
    • Tijd
    • Willekeurige tekst
    • Selectievakje
    Veldlengte
    Geef hier de maximale tekenlengte op als het veldtype Alfabetisch is.
    Totaal cijfers
    Geef hier het totaal aantal cijfers op dat is toegestaan voor decimalen als het Veldtype Numeriek is.
    Decimalen
    Geef hier het aantal cijfers op dat achter de komma is toegestaan voor het veld als het Veldtype Numeriek is.
    Berekende gegevens
    Geef hier de instructie van berekende gegevens voor het veld op wanneer Veldtype Berekende waarde is.
    Bronveld
    Geef het bronveld op als de waarde uit een andere databasetabel wordt opgevraagd.
    Zoekcode
    Geef de zoekcode op om de lijst met waarden te definiëren die beschikbaar zijn voor selectie in de waardenlijst. Wanneer een zoekcode wordt opgegeven voor een veld, gedraagt het veld zich als een lijst met waarden.
    Sleutelveld bovenliggend scherm
    Geef het sleutelveld van het bovenliggende scherm van dit veld op als het gebruikergedefinieerde scherm waarvoor u dit veld definieert, het tabblad in een bovenliggend scherm is.
  5. Selecteer desgewenst het selectievakje Is primaire sleutel om aan te geven dat er geen andere record met dezelfde waarde in dat veld kan zijn. De veldtypen Willekeurige tekst, Selectievakje, Datum, Datum/tijd en Tijd kunnen niet als primaire sleutelvelden worden geselecteerd.
  6. Schakel desgewenst het selectievakje Is nullable in om gebruikers toe te staan het veld leeg te laten.
    NB

    Het selectievakje Is nullable is beschermd en kan niet worden bewerkt wanneer een veld als een primaire sleutel wordt geselecteerd.

  7. Schakel desgewenst het selectievakje Hoofdletters in als de veldwaarde in hoofdletters moet worden weergegeven wanneer het veldtype Alfabetisch is.
  8. Schakel desgewenst het selectievakje Berekende waarde in om aan te geven dat in het gedefinieerde veld de waarde wordt gebruikt die is ingevoerd in het veld Berekende gegevens om de waarde te berekenen.
  9. Schakel desgewenst het selectievakje Opgehaalde waarde in om aan te geven dat de waarde voor dit veld kan worden opgehaald uit een databasetabel of een ander scherm met behulp van Query opgehaalde waarde. Indien deze optie is geselecteerd, zijn Bronveld en Query opgevraagde waarde ook vereist.
    NB

    Met Query opgehaalde waarde moeten slechts één record en één kolom worden geretourneerd.

  10. Schakel desgewenst het selectievakje Niet in gebruik in om te voorkomen dat het veld wordt weergegeven in zoekvakken van gebruikergedefinieerde schermen.
  11. Klik op Bevestigen.