Controletriggers instellen

Door controletriggers in te stellen kunt u bijhouden welke wijzigingen worden aangebracht in de kenmerken van records. Aan de hand van deze triggers wordt bepaald welke wijzigingen in welke kenmerken worden geregistreerd. Wanneer u het veld en de technische naam van de tabel weet, kunt u de controletriggers instellen.

  1. Selecteer Beheer > Beveiliging > Controlefunctie instellen.
  2. Geef de tabel op waarvoor controletriggers moeten worden ingesteld.
  3. Klik op Trigger toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Veld
    Geef hier het veld op dat moet worden gecontroleerd en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
    Bijwerken
    Selecteer deze optie om updates te traceren.
    Invoegen
    Selecteer deze optie om invoegingen te traceren.
    Verwijderen
    Selecteer deze optie om verwijderingen te traceren.
  5. Geef aanvullende opmerkingen over de trigger.
  6. Klik op Bevestigen.