Pre-SQL-instructies voor waarschuwingen definiëren

U kunt SQL-instructies definiëren die worden uitgevoerd voordat het gedefinieerde raster voor een waarschuwing wordt uitgevoerd. Pre-SQL-instructies kunnen worden gebruikt om gegevens of structuren voor te bereiden die door het raster worden gebruikt, bijvoorbeeld records verwijderen.

  1. Selecteer Beheer > Instellen > Waarschuwingsbeheer.
  2. Selecteer de waarschuwing waarvoor de pre-SQL-instructie moet worden gedefinieerd en klik vervolgens op het tabblad Pre-SQL.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    SQL-instructie
    Voer hier de SQL-instructie in die wordt uitgevoerd voordat met de rasterzoekopdracht een resultatenset wordt geproduceerd. Het veld Afbreken bij fout wordt automatisch ingevuld.
    NB

    Schakel Afbreken bij fout uit zodat de uitvoering van de rasterzoekopdracht in het systeem kan worden voortgezet als de SQL-instructie mislukt.

    Opmerkingen
    Geef opmerkingen over de SQL-instructie op.
    Uitvoeren tijdens bekijken raster
    Selecteer deze optie om de SQL-instructie uit te voeren wanneer Voorbeeld raster is geselecteerd.
    Actief
    Selecteer deze optie om deze SQL-instructie op actief in te stellen.
    NB

    Als u de pre-SQL-instructie wilt verwerken wanneer de waarschuwingstaak wordt uitgevoerd of Voorbeeld raster op het tabblad Recordweergave van het scherm Waarschuwingen wordt geselecteerd, moet u Actief selecteren.

  4. Klik op Record opslaan.
    NB

    Klik op SQL testen om de geldigheid van de SQL-instructie te controleren.