Organisaties definiëren

U kunt binnen uw onderneming organisaties definiëren. Breng de gewenste wijzigingen in de organisatiegegevens aan.

  1. Selecteer Beheer > Beveiliging > Organisaties.
  2. Klik op Nieuwe record.
    NB

    U kunt een nieuwe organisatierecord niet invoegen als beveiliging met meerdere organisaties is ingesteld op NO.

  3. Geef de volgende gegevens op:
    Organisatie
    Geef een code voor de organisatie op en geef in het veld ernaast een omschrijving van de organisatie.
    Valuta
    Geef de valuta op die aan de organisatie moet worden gekoppeld.
    DUNS-nummer
    Geef het DUNS-nummer van uw organisatie op. Een DUNS-nummer is een uniek volgnummer van negen cijfers dat wordt gebruikt als de universele standaard voor het identificeren en traceren van bedrijven wereldwijd.
    Grootboeknaam
    Geef de naam van uw grootboeken op.

    Geef een van de volgende opties op voor factuurcontrole:

    • Controletolerantie absoluut

      Geef het absolute bedrag op dat is toegestaan als het verschil tussen de inkooporderregelkosten en de factuurregelkosten bij het afletteren van regelkosten. Als er geen waarde wordt opgegeven, wordt de waarde automatisch ingesteld op 0.

    • Controletolerantie %

      Geef het percentage op dat is toegestaan als het verschil tussen de inkooporderregelkosten en de factuurregelkosten bij het afletteren van regelkosten. Als er geen waarde wordt opgegeven, wordt de waarde automatisch ingesteld op 0.

    • Tolerantiepercentage controlehoeveelheid

      Geef het percentage op dat is toegestaan als het verschil tussen de inkooporderregelhoeveelheid en de factuurregelhoeveelheid bij het afletteren van regelhoeveelheden. Als er geen waarde wordt opgegeven, wordt de waarde automatisch ingesteld op 0.

    Landinstelling
    Selecteer hier de nummernotatie die moet worden gebruikt op basis van de geografische locatie van uw organisatie/onderneming. Als een landinstelling wordt geselecteerd, wordt bepaald op welke wijze komma's en decimalen in numerieke gegevens worden gebruikt.
    NB

    Met de instelling van de installatieparameter LOCALE wordt de standaardinstelling voor alle gebruikers bepaald. Als u echter een landinstelling op organisatieniveau selecteert, wordt de instelling van de installatieparameter LOCALE van de aangemelde gebruiker overschreven.

    Codereferentie
    Geef de code van de codereferentie voor de organisatie op.
    Tijdsverschil server
    Geef het aantal uren verschil tussen de systeemserver en uw lokale tijd op als de systeemserver zich in een andere tijdzone bevindt.
    Rekeningsegmentwaarde
    Geef het segment van de grootboekrekeningcode op dat de organisatie in uw boekhouding vertegenwoordigt. Raadpleeg uw rekeningstelsel voor meer informatie.
    Financiële entiteit
    Geef een financiële entiteit voor de organisatie op.
    Afschrijvingstype
    Selecteer hier het afschrijvingstype voor bedrijfsmiddelen in de organisatie. Het veld Afschrijvingstype wordt automatisch ingevuld op basis van de instelling van de installatieparameter ASDEPTYP. Als u echter een afschrijvingsmethode op organisatieniveau selecteert, wordt de instelling van de installatieparameter ASDEPTYP overschreven.
    Kalendergroep
    Geef de kalendergroep van de organisatie op om perioden van beschikbaarheid te bepalen voor gekoppelde objecten.
  4. Schakel desgewenst het selectievakje Gemeenschappelijk in om aan te geven dat de organisatie gemeenschappelijk is. Informatie die voor gemeenschappelijke organisaties is gedefinieerd, wordt door alle organisaties gedeeld.
    NB

    Nadat een organisatie als gemeenschappelijk is gedefinieerd, kunt u deze organisatie niet meer als een specifieke organisatie opgeven. U kunt gemeenschappelijke organisaties niet verwijderen.

  5. Klik op Record opslaan.