Autorisaties voor statuswijzigingen toewijzen

Voor de diverse gebruikers worden verschillende autorisatieniveaus gebruikt binnen het systeem. Een manager heeft bijvoorbeeld het recht om inkoopaanvragen goed te keuren. Een planner heeft het recht om een werkorder te annuleren. Een projectmanager heeft het recht om een project te bevriezen.

U kunt zelf autorisatieniveaus instellen voor de statuswaarden van entiteiten, wanneer voor die entiteiten records worden aangemaakt of wanneer de status ervan wordt gewijzigd. U kunt autorisatieniveaus instellen voor gebruikersgroepen en afzonderlijke gebruikers.

  1. Open het scherm Autorisaties voor status wijzigingen.
  2. Klik op Autorisatie toevoegen.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Gebruikersgroep
    Geef de gebruikersgroep op waarvoor de statuswijzigingsautorisatie moet worden gedefinieerd. Als de autorisatie van toepassing is op alle groepen, geeft u * op. De omschrijving van de gebruikersgroep wordt automatisch ingevuld.
    NB

    Gebruikersgroep en Gebruiker kunnen niet beide de waarde * hebben.

    Gebruiker
    Geef de gebruiker op voor wie de statuswijzigingsautorisatie moet worden gedefinieerd. Als de autorisatie van toepassing is op alle gebruikers in de gebruikersgroep, geeft u * op.
    Entiteit
    Geef de entiteit op waarover de gebruiker autoriteit heeft.
    Van status
    Geef de statuscode op die de gebruiker kan wijzigen.
    Nieuwe status
    Geef de statuscode op waarin de gebruiker de oude statuscode kan wijzigen.
    NB

    Als u wilt dat de groep autorisatie voor alle aspecten van een bepaald proces heeft, voert u alle beschikbare statuswijzigingen voor dat proces in. Geef * voor een status op en - voor "Nog geen status" (om een nieuwe record aan te geven).

    Gebruikerspecifieke autorisatie
    Selecteer deze optie om aan te geven dat de autorisatie alleen voor deze gebruiker geldt.
  4. Klik op Bevestigen.