Velden voor webserviceprompts definiëren

U kunt velden voor elke webservice toevoegen, bijwerken of verwijderen die beschikbaar is in de webserviceprompt.

Velden die kunnen worden gebruikt, zijn de aan de webservices gerelateerde velden die op het tabblad Webservices van het scherm Webserviceprompts zijn gedefinieerd.

NB

Dit scherm bevat niet de mogelijkheid om vertalingen voor weergegeven veldlabels te definiëren. Wanneer de prompt wordt uitgevoerd, worden veldlabels als ingevoerd weergegeven op het scherm Velden voor de geselecteerde webserviceprompt. Als u prompts in meerdere talen wilt weergeven, moet er een aparte webserviceprompt voor elke taal worden aangemaakt.

Voor webserviceprompts zijn gebruikergedefinieerde velden beschikbaar. Onder de betreffende webservice wordt een lijst met alle velden weergegeven voor een aantal webservices voor invoeren en bijwerken. Deze gebruikergedefinieerde velden overerven de eigenschappen van het gekoppelde referentiescherm. Klik met de rechtermuisknop in Schermontwerp om opties voor gebruikergedefinieerde velden te definiëren. Wanneer u een gebruikergedefinieerd veld in het raster markeert, worden Veldtype en Zoekcode beschermd. Deze informatie wordt gedefinieerd in het basisscherm waarop de webservice betrekking heeft.

De gebruikergedefinieerde velden met zoekentiteiten tonen de records van alle organisaties die in de organisatielijst van de gebruiker voorkomen als een controlerende organisatie niet beschikbaar is. Een record kan niet worden bevestigd indien de controlerende organisatie en de organisatie van het gebruikergedefineerde veld in strijd met elkaar zijn.

  1. Selecteer Beheer > Webserviceprompt-engine > Webserviceprompts.
  2. Selecteer de webserviceprompt waarvoor u velden voor webservices wilt definiëren en klik vervolgens op het tabblad Velden.
  3. Klik op Veld toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Procesgroep webservice
    Geef hier de procesgroep op waarvoor het webserviceveld moet worden toegevoegd. De velden Scherm en Tabblad worden automatisch ingevuld.
    Veld
    Geef hier het veld op dat u aan de procesgroep wilt toevoegen. Beschikbare velden worden op de geselecteerde webservice gebaseerd.
    Veldlabel
    Geef hier de naam van het veld op. Deze informatie wordt weergegeven als de standaardtekst voor velden voor de Webserviceprompt-engine. De standaardwaarde van Veldlabel is gelijk aan Veld.
    Veldtype
    Geef hier het veldtype op dat is gebaseerd op het geselecteerde veld en de geselecteerde webservice. De standaardwaarde van Veldtype is het systeemgebonden type voor het geselecteerde Veld. U kunt deze waarde echter wijzigen. Het gebruikergedefinieerde Veldtype wordt in de Webserviceprompt-engine weergegeven. U kunt de standaardwaarde wijzigen in een van de volgende mogelijkheden:
    • Alfabetisch
    • Berekend
    • Datum
    • Vast
    • Willekeurige tekst
    • Sleutelveld
    • Numeriek
    • Opgehaald veld
    NB

    Sleutelveld is alleen beschikbaar wanneer een webservice voor 'bijwerken' of 'verwijderen' wordt geselecteerd. Wanneer een webserviceprompt wordt ingesteld die een webservice voor bijwerken of verwijderen gebruikt, moet de systeembeheerder een Veld aanmaken voor elk sleutelveld dat de webservice vereist om een unieke beschrijving van een record te geven. Veldtype moet Sleutelveld zijn. De Webserviceprompt-engine vraagt u eerst de sleutelveldwaarde(n) in te voeren voor de record die moet worden verwerkt, zoals Object en Organisatie object. Voor het bijwerken van webservices wordt gezocht naar de record om de resultaten weer te geven. U kunt de record bijwerken en vervolgens indienen. Voor het verwijderen van webservices wordt de record verwijderd nadat u alle sleutelveldwaarden hebt ingevoerd.

    Opgehaald veld is alleen beschikbaar wanneer een 'invoegen'-webservice wordt gekozen. Wanneer een webserviceprompt wordt ingesteld die een webservice voor invoegen gebruikt, moeten een of meer sleutelveldwaarden worden opgevraagd van een webservice die eerder in de huidige promptrecord is verwerkt. De beheerder moet een Veld aanmaken van het type Opgehaald veld voor alle sleutelvelden. Er wordt bijvoorbeeld een webserviceprompt aangemaakt waarmee u tegelijkertijd een werkorder en een activiteit voor de werkorder kunt aanmaken. U wilt dat de activiteit wordt gekoppeld aan de werkorder die in een eerdere procesgroep is aangemaakt. De gegevens worden echter tegelijkertijd in de Webserviceprompt-engine ingevoerd en verwerkt. Om ervoor te zorgen dat de activiteit aan de juiste werkorder wordt gekoppeld, moet eerst de webservice voor het invoegen van de werkorder worden verwerkt en vervolgens moet het werkordernummer en de organisatie werkorder weer worden doorgegeven aan (opgevraagd bij) de webservice voor het aanmaken van de activiteit. Deze sleutelveldinformatie wordt samen met andere vereiste activiteitgegevens gebruikt om de activiteit aan te maken en aan de juiste werkorder te koppelen. Records van Opgehaald veld (Veldtype = Opgehaald veld) worden aangemaakt voor het werkordernummer van de activiteit en de werkorderorganisatie van de activiteit, omdat het nummer en de organisatie van de werkorder vereist zijn om de activiteit te koppelen.

    In Ophalen uit groep webservice moet de webservice worden ingevuld waaruit deze sleutelvelden worden opgevraagd. In dit voorbeeld worden ze uit de webservice voor het invoegen van de werkorder opgevraagd. Opvraagveld is het sleutelveld in de webservice voor opvragen, waaruit de gegevens worden opgevraagd. In dit voorbeeld is Werkordernummer een van de opgehaalde velden. Er moet op dezelfde manier nog een Veld worden aangemaakt om te bepalen hoe de organisatie werkorder moet worden opgevraagd om bij het aanmaken van de activiteit te worden gebruikt. Veldwaarden kunnen alleen worden opgehaald van webservices met een kleiner procesgroepsnummer. Een waarde kan bijvoorbeeld niet worden opgehaald voor gebruik in de huidige webservice tenzij een vorige webservice is verwerkt om de informatie te verschaffen.

    Opgehaald veld en Sleutelveld zijn niet beschikbaar wanneer Ongekoppeld leeg is.

    Type opgehaald veld wordt niet gekoppeld aan de functionaliteit die beschikbaar is op het tabblad Opgehaalde waarden.

    Als een veld is gedefinieerd als selectievakje, wordt het als een selectievakje op het tabblad Webserviceprompt-engine weergegeven.

    Weergavetype
    Geef hier aan hoe het veld moet worden weergegeven met de Webserviceprompt-engine. De standaardwaarde is de systeemstandaard van het geselecteerde veld. De gebruiker kan de standaardwaarde wijzigen in een van de volgende mogelijkheden:
    • Optioneel
    • Vereist
    • verborgen
    • Beschermd
    NB

    Als Veldtype Vast of Berekend is, zijn alleen Beschermd en Verborgen beschikbaar voor Weergavetype. Als Veldtype Opgehaald veld is, is alleen Verborgen beschikbaar voor Weergavetype.

    Volgnummer
    Geef hier een volgnummer op. Velden worden met de Webserviceprompt-engine oplopend weergegeven op basis van Sequentie. De door het systeem verschafte standaardwaarde wordt gebaseerd op de parameter INCRLIND.
    NB

    Het is van belang ervoor te zorgen dat de webservicepromptvelden, met behulp van de Webserviceprompt-engine, gegroepeerd worden weergegeven op Procesgroep webservice. Het beschikbare bereik voor Sequentie wordt bepaald voor velden voor de geselecteerde Procesgroep webservice. Het Volgnummer mag niet overlappen met een Volgnummer dat is gekoppeld aan een vorige of volgende procesgroep. Webservicepromptvelden worden bijvoorbeeld in de webservicepromptengine gegroepeerd op basis van Procesgroep webservice en vervolgens op Volgnummer.

    Minimumlengte
    Geef hier het minimale aantal tekens voor het veld op.
    Maximumlengte
    Geef hier het maximale aantal tekens voor het veld op.
    Volgende sequentie
    Geef hier het nummer op waar de volgende sequentie moet beginnen.
    Zoekcode
    Geef hier de zoekcode op. Met de Zoekcode worden waarden gedefinieerd die beschikbaar zijn voor selectie in een lijst met waarden wanneer er een serververbinding beschikbaar is. De zoekopdracht en de lijst met beschikbare waarden worden bijvoorbeeld gebaseerd op de Infor EAM-tabellen
    Mobile-zoekopdrachtcode
    Geef hier de Mobile-zoekopdrachtcode op waarmee een lijst wordt gedefinieerd met waarden die voor het veld beschikbaar zijn.
    NB

    Het mobiele apparaat gebruikt de lijst met waarden van de zoekcode als er een verbinding met de applicatieserver is. Anders wordt de lijst met waarden van de Mobile-zoekopdrachtcode gebruikt. In de lijst met waarden worden bijvoorbeeld lokale gegevens ingevuld

    Opvraagveld
    Geef hier de naam van het veld op waaruit gegevens moeten worden opgevraagd. De velden Ophalen uit groep webservice en X-pad opvraagveld worden automatisch ingevuld.
    Zoekopdrachtwebservice
    Geef hier de zoekopdrachtwebservice op. Een Zoekopdrachtwebservice is alleen van toepassing wanneer een sleutelveld voor een 'bijwerken'-webservice wordt gedefinieerd. De Zoekopdrachtwebservice wordt gebruikt om te zoeken naar de gegevens in de record die aan de gebruiker worden getoond voor mogelijke bijwerkingen.
    Ongekoppeld veld
    Selecteer deze optie als een opgegeven veld niet aan een veld in een webservice is gekoppeld. De veldwaarde kan dan verder worden verwerkt door de prompt als onderdeel van een berekening of opgevraagde waarden.
    Vorige waarde gebruiken
    Selecteer deze optie om de vorige veldwaarde te gebruiken.
    Als gegevens zijn
    Geef hier de conditie Ga naar op. Met dit veld wordt de situatie beschreven waarin het door Volgende sequentie gedefinieerde veld niet wordt geopend, maar in plaats daarvan wordt gericht op Ga naar Sequentie.
    Patroon
    Geef hier het patroon op waaraan moet worden voldaan voor de conditie Ga naar.
    Ga naar
    Geef hier de veldsequentie op die moet worden gevolgd, tegenover Volgende sequentie, als aan de conditie wordt voldaan.
    Vorige waarden vanaf doelveld 'Ga naar' wissen
    Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat waarden voor velden waarbij Vorige waarde gebruiken is geselecteerd, worden doorgegeven wanneer de promptsequentie kleiner is dan (<) de doelveldsequentie Ga naar. Vorige waarden voor promptvelden >= doelveldsequentie Ga naar worden bijvoorbeeld gewist. Anders worden waarden doorgegeven voor velden waarbij Vorige waarde gebruiken is geselecteerd, wanneer de promptsequentie kleiner is dan (<) de bronveldsequentie Ga naar. Vorige waarden voor promptvelden <= bronveldsequentie Ga naar worden bijvoorbeeld gewist.
    Ophalen uit groep webservice
    Geef hier de webservice op waaruit sleutelveldwaarden worden geretourneerd en gebruikt in een volgende procesgroep.
    Berekende gegevens
    Geef hier de berekende gegevens voor het veld op wanneer het Veldtype Berekend is.
    Overeenkomst met patroon
    Geef voor het Veldtype Alfabetisch het patroon op waarmee ingevoerde gegevens moeten overeenkomen. Anders zijn ze niet geldig.
    NB

    De volgende 'jokertekens' worden ondersteund bij het definiëren van een Overeenkomst met patroon:

    • . (punt): één alfabetisch teken, A tot en met Z
    • # (hekje): één cijfer, 0 tot en met 9.
    • _ (onderstrepingsteken): één alfanumeriek teken, A tot en met Z en 0 tot en met 9.
    • % (procent): een reeks alfanumerieke tekens.
    • , (komma): OR-conditie
    • : (dubbele punt): THROUGHOUT-conditie
    • ! Teken(s) of cijfer(s): betekent dat de ingevoerde gegevens niet gelijk mogen zijn aan hetgeen na het uitroepteken wordt opgegeven. NOT-conditie.

    Zie Opgehaalde waarden voor webserviceprompts definiëren.

  5. Klik op Bevestigen.
    NB

    Als u een veld wilt verwijderen, selecteert u het betreffende veld en klikt u op Veld verwijderen. Velden die overeenkomen met de Controlerende organisatie voor een webservice, kunnen niet van deze pagina worden verwijderd omdat ze kritiek zijn voor de verwerking van de webservice. Als de webservice zelf echter van de pagina Webservice wordt verwijderd, worden alle gerelateerde velden inclusief Controlerende organisatie automatisch verwijderd.

    NB

    Op dit tabblad worden geen fouten weergegeven als alle noodzakelijke verplichte velden, sleutelvelden of opgehaalde velden niet zijn gedefinieerd om ervoor te zorgen dat de webserviceprompt correct werkt met de Webserviceprompt-engine. Er wordt een fout weergegeven wanneer de Webserviceprompt-engine records met onvoldoende promptvelden verwerkt. Er wordt ook een fout weergegeven op de Webserviceprompt-engine als een volgende sequentie wordt gedefinieerd die niet in de promptdefinitie bestaat.