Rapportparameters definiëren

Nadat een rapport is aangemaakt, kunt u nieuwe rapportparameters definiëren of de eigenschappen van door het systeem verschafte rapportparameters indien nodig wijzigen.

  1. Selecteer Beheer > Instellen > Rapporten.
  2. Selecteer het rapport waarvoor u parameters wilt definiëren en klik op de tab Parameters.
  3. Klik op Parameter toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Regel
    Geef het volgnummer van de rapportparameter op.
    Parameter
    Geef de parameterwaarde voor het rapport op.
    Gegevenstype
    Selecteer hier het gegevenstype van de parameter, zoals teken, gegevens, numeriek enzovoort.
    Lengte
    Geef hier de maximale lengte van de parameter op.
    Systeemscherm
    Geef hier de code van de entiteit op die bij de rapportparameter hoort.
    Type
    Geef hier de code van de type-entiteit op die bij de rapportparameter hoort.
    Standaard voor parameter/Standaard voor keuzerondje
    Geef hier de standaardwaarde van de parameter op.
    Aangepast label
    Geef hier een aangepaste naam voor de parameter op die op het tabblad Rapportparameters moet worden gebruikt.
    Verplicht
    Selecteer deze optie om de parameter verplicht te maken.
    Hoofdletters
    Selecteer deze optie als u hoofdletters voor de parameter wilt afdwingen.
    Onthouden
    Selecteer deze optie om een onthouden waarde (van een vorig scherm) als een standaardwaarde door te geven.
  5. Klik op Record opslaan.