Objecten definiëren voor GIS-functies die vóór de integratie zijn gedefinieerd

Als dit de eerste keer is dat u GIS en Infor EAM integreert, kunt u meerdere GIS-functies overbrengen naar EAM via de module voor het verzamelen van gegevens.

Elke GIS-functie waarvoor u een overeenkomstige EAM-objectrecord aanmaakt, moet een GISOBJID-nummer hebben. Met het GISOBJID-nummer wordt elke GIS-kaartfunctie aan een objectrecord in EAM gekoppeld.

NB

Als u een GIS-functie wilt integreren in EAM waarvoor geen GISOBJID-veld is gedefinieerd voor de betreffende laag, moet u dit veld met de hand aanmaken. Nadat u handmatig het veld GISOBJID hebt aangemaakt voor elke laag die met EAM moet worden geïntegreerd, moet u ook het volgende doen:

  • Voer handmatig een GISOBJID-nummer in voor elke functie binnen de laag. Alle GISOBJID- nummers die u handmatig aanmaakt, moeten kleiner zijn dan 100.000.000 om te voorkomen dat er dubbele GISOBJID-nummers ontstaan met de GISOBJID-nummers die door EAM zijn gegenereerd.
  • U kunt de kolom UPDATE_COUNT toevoegen aan de kenmerkentabel van elke laag. De kolom UPDATE_COUNT is bedoeld voor het traceren van updates voor de functierecord met het oog op een efficiënte synchronisatie van kenmerken.