Inkoopparameters
Inkoopparameters houden verband met de inkoop en inkoopaanvragen. Deze parameters moeten worden ingesteld om de functies van de applicatie goed te laten werken.
Stel de juiste waarden van inkoopparameters in aan de hand van de volgende omschrijvingen.
Code | Omschrijving | Vast |
---|---|---|
CNVIPUOM | Als deze parameter is ingeschakeld (ON), wordt de iProcure-eenheid gezocht in de EAM-tabel Alternatieve eenheden en wordt de bijbehorende EAM-eenheid voor die record gebruikt om de eenheid in de artikelrecord in te vullen. Als de iProcure-eenheid niet is gedefinieerd als een alternatieve eenheid voor een eenheid in EAM, wordt de waarde van iProcure gebruikt. | Uit |
DEFPOTP | Bepaalt het standaardregeltype voor inkooporders. Geef een gebruikersstatus op die gelijkwaardig is aan de systeemstatus PS (Stock Parts/Voorraadartikelen) of PD (Direct Purchase/Directe inkopen) voor de entiteit PLTP. Het regeltype voor inkooporders wordt standaard ingesteld op de opgegeven gebruikersstatus. Als DEFPOTP null is of als u een ongeldige waarde invoert, wordt automatisch het regeltype voor inkooporders standaard ingesteld op de systeemstatus |
Nee |
EXRTUPDT | Handmatige update van de wisselkoers. Wanneer u deze parameter op YES instelt, kunnen de gebruikers met de hand wisselkoersvelden invullen. | Nee |
EXTCHG | Hiermee worden gewijzigde kosten opgenomen in de basisprijs. Deze code geeft aan of aangepaste kosten automatisch worden meegerekend, zoals kortingen of extra kosten, bij de invoer van gegevens in het dialoogvenster Extra kosten/kortingen. Als de waarde gelijk is aan Y, wordt Inclusief automatisch ingeschakeld voor alle artikelen in het dialoogvenster Extra kosten/kortingen en is het niet mogelijk om deze optie te wissen. Als de waarde gelijk is aan N, wordt Inclusief automatisch uitgeschakeld voor alle artikelen in het dialoogvenster Extra kosten/kortingen en is het niet mogelijk om deze optie te selecteren. Als de waarde gelijk is aan M, wordt Inclusief automatisch uitgeschakeld voor alle artikelen in het dialoogvenster Extra kosten/kortingen en kunt u deze desgewenst selecteren of wissen. |
Nee |
INCREDIT | Hiermee wordt de artikelprijs voor de voorraad bijgewerkt voor credit- en debetnota's. Deze code geeft aan hoe het systeem omgaat met het bijwerken van artikelprijzen voor goedgekeurde credit- en debetnota's. Geldige waarden zijn O (Off, uit), P (Partial, gedeeltelijk) en F (Full, volledig). O is de standaardwaarde. U kunt deze waarde wijzigen. Als de waarde gelijk is aan O, worden de artikelprijzen niet bijgewerkt bij goedkeuring van een credit- of debetnota. Als de waarde gelijk is aan P, wordt bij goedkeuring van een creditnota het creditbedrag verrekend in de Gemiddelde prijs van een artikel. Wanneer het creditbedrag groter is dan de waarde van het artikel in voorraad, wordt bij de berekening van de gemiddelde prijs een deel van de waarde van het creditbedrag verrekend tot maximaal het bedrag van het artikel in voorraad. Door de waarde te veranderen in P kan de berekening van de gemiddelde prijs ertoe leiden dat een artikel een gemiddelde prijs van 0 heeft. Dit mechanisme zorgt er echter ook voor dat de gemiddelde prijs niet lager dan 0 kan zijn. De resterende waarde van het creditbedrag (het deel dat niet wordt gebruikt bij de berekening van de gemiddelde prijs), wordt opgeslagen als Creditsaldo voor het artikel in voorraad. Als u LIFO/FIFO gebruikt voor de prijsberekening, worden creditbedragen altijd op ongeveer dezelfde manier verrekend als wanneer de parameter op P staat, ongeacht de instelling die u voor deze parameter opgeeft. Het ongebruikte creditbedrag wordt in Infor EAM echter opgeslagen in de kolomIVL_LOSTCREDIT van de tabel R5INVOICELINES in plaats van het creditbedrag op te slaan als Creditsaldo voor het artikel in voorraad. Als de waarde gelijk is aan F, wordt bij goedkeuring van een creditnota het creditbedrag verrekend bij de berekening van de Gemiddelde prijs van een artikel, wanneer het creditbedrag lager is dan de waarde van het artikel in voorraad. Door de waarde te veranderen in |
Ja |
INVADAYS | Deze code geeft aan hoeveel dagen na gereedmelding factuurtoewijzingen op een werkorder kunnen worden toegepast. Voorbeeld: 60 |
Nee |
INVALLOC | Stel INVALLOC in op YES om niet-toegewezen factuurverschillen te traceren. Stel INVALLOC in op NO om alle factuurverschillen op de voorraadrecord toe te passen. Voorbeeld: NO |
Nee |
INVDESC | Omschrijving van een factuur. Wanneer u deze waarde wijzigt, heeft dat geen gevolgen voor bestaande gegevens. Voorbeeld: Factuur |
Nee |
INVMETH | Deze code geeft aan op welke manier de voorraad standaard wordt aangevuld om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende voorraad is. Geldige waarden zijn (M ) voor Min/Max, (- ) voor Bestelniveau en (+ ) voor Op aanvraag. De standaardwaarde van deze parameter is Bestelniveau. |
Nee |
INVUPCAT | Deze code geeft aan of de catalogus van de leverancier wordt bijgewerkt op het moment dat een factuur wordt goedgekeurd. Voorbeeld: NO |
Nee |
IPSUPPC | Geef hier een bestaande gemeenschappelijke organisatie op die moet worden gebruikt als artikelorganisatie wanneer een nieuw artikel via de interface van iProcure wordt aangemaakt. Deze waarde wordt alleen gebruikt wanneer de installatieparameter IPSUPP op C staat. | Nee |
LIMITLEV | Limietniveau. Deze code geeft aan of de waarde moet worden gecontroleerd voor orders/aanvragen op het niveau van kopgegevens (H) of regels (L). Wanneer u deze waarde wijzigt, heeft dat geen gevolgen voor bestaande gegevens. | Nee |
MATCHAPP | Automatische goedkeuring van gecontroleerde facturen. Deze code geeft aan of facturen waarvoor de kosten van alle factuurregels zijn vergeleken met de kosten van de inkooporderregels voor de factuurregels binnen de tolerantiewaarden opgegeven bij Controletolerantie absoluut of Controletolerantie % op het scherm Organisaties, automatisch worden goedgekeurd. Als de waarde gelijk is aan |
Nee |
MATCHTOL | Controletolerantie. Deze code geeft het aanvaardbare verschil (in procenten) aan tussen de som van de factuurregels en het bedrag dat vermeld staat in de kopgegevens van de factuur. Geldige waarden zijn alle niet-negatieve getallen. Wanneer u deze waarde wijzigt, heeft dat geen gevolgen voor bestaande gegevens. NB
De installatieparameter MATCHTOL is niet meer actief, omdat gebruikers geen boekstuktotaal meer invoeren. Het boekstuktotaal wordt nu berekend op basis van de totale kosten van de factuur. Voorbeeld: 0 |
Nee |
POCURR | Deze code geeft aan of orderregels met meerdere valuta's toegestaan zijn. Voorbeeld: YES |
Nee |
PORDDESC | Omschrijving van een inkooporder. Wanneer u deze waarde wijzigt, heeft dat geen gevolgen voor bestaande gegevens. Voorbeeld: Order |
Nee |
RCPTCURR | Deze code geeft aan welke wisselkoers in het systeem wordt gebruikt voor ontvangst of retour van goederen. PO = wisselkoers van inkooporder; RCPT = de actieve wisselkoers op het moment waarop de ontvangst- of retourtransactie werd goedgekeurd. Voorbeeld: PO |
Nee |