Werkbalk gebruiken
Via de werkbalk hebt u toegang tot algemene systeemfuncties. Wanneer u de cursor even boven een knop laat zweven, verschijnt een tekstballonnetje met een omschrijving van de functie.
In de volgende tabel worden de knoppen op de werkbalk beschreven:
| Hovertekst/functie | Sneltoets |
|---|---|
| Met keert u terug naar het vorige scherm. | CTRL+Pijl-links of F11 |
| Met slaat u de huidige record op. | CTRL+S of F10 |
| Met voegt u een nieuwe record in. | CTRL+N of F6 |
| Met verwijdert u de record. | CTRL+D of CTRL+F6 |
| Met wordt de volgende record weergegeven. | CTRL+Pijl-omlaag |
| Met wordt de vorige record weergegeven. | CTRL+Pijl-omhoog |
| Met kopieert u de huidige record. Zie Records kopiëren. | CTRL+F of F4 |
| Met wist u de wijzigingen in de huidige record. | CTRL+R |
| Met drukt u de huidige record af. | ALT+P |
| Met geeft u een voorbeeld van het huidige rapport weer. | |
| Met wordt online Help voor het huidige tabblad weergegeven. | ALT+H |
| Met wordt het scherm in de ontwerpmodus weergegeven (alleen voor systeembeheerders). | ALT+E |
| afsluit, wordt de normale modus weer geactiveerd voor het tabblad. | CTRL+I |
| Als de actief is, wordt de lay-out van het scherm weergegeven, waarbij verborgen velden verwijderd zijn en waarbij geen wijzigingen op het scherm worden opgeslagen of de normale modus weer wordt geactiveerd. | ALT+W |
Met wordt een koppeling geopend naar Education Performance Accelerator Kit (EPAK) van Infor. Dit is een training voor eindgebruikers en een applicatie ter ondersteuning om u snel aan de slag te krijgen. | ALT+K |
| Met wordt het overzichtsraster afgesloten en de opmaak van de volledige recordweergave geopend. | ALT+links |
| Met wordt de opmaak van de gesplitste weergave hersteld. De opmaak bestaat uit een overzichtsraster met records in het linkervenster en een opmaak van de recordweergave in het rechtervenster. | CTRL+Home |
| Met wordt de recordweergave afgesloten en een opmaak van de volledige lijstweergave geopend. | ALT+rechts |