PO-schema's aan objecten toevoegen

U kunt de lijst met PO-schema's voor objecten (zoals bedrijfsmiddelen, posities of systemen) weergeven en wijzigen op het tabblad PO-schema's van het desbetreffende scherm Objecten.

U kunt een nieuw PO-schema toevoegen aan de objectrecord, de vervaldatum wijzigen, een bestaand PO-schema deactiveren en een PO-schema uit de lijst met bestaande PO-schema's voor het object verwijderen. Bij het toevoegen van een nieuw PO-schema aan een objectrecord wordt het veld organisatie werkorder standaard gezet op de organisatie van het object als de organisatie niet gemeenschappelijk is. Als de organisatie gemeenschappelijk is, dient u een specifieke organisatie te selecteren waarvoor u PO-werkorders wilt genereren.

PO-revisiebeheer kan niet actief zijn, omdat er een nieuwe revisie van het PO-schema nodig is wanneer de relaties in een PO-schema voor een object worden gewijzigd. Als PO-revisiebeheer actief is, heeft het tabblad PO-schema uitsluitend een informatieve functie.

NB

Als u de lengte van een lineair object wijzigt, kunnen de bijbehorende PO-records automatisch worden gewijzigd als de installatieparameter PMRVCTRL op NO staat. Als de nieuwe lengte van het object binnen de lengte van het PO valt of daar precies op valt, wordt het veld Eindpunt van de PO-record automatisch aangepast op basis van de nieuwe objectlengte. Als de nieuwe objectlengte de lengte van het PO overschrijdt, wordt de PO-record niet bijgewerkt.

  1. Kies een van de volgende opties:
    • Objecten > Bedrijfsmiddelen
    • Objecten > Posities
    • Objecten > Systemen
  2. Selecteer het object waarvoor u een PO-schema wilt toevoegen en klik vervolgens op het tabblad PO-schema's.
  3. Klik op PO toevoegen.
    NB

    Als Org. werkorder niet automatisch wordt ingesteld, moet u het veld Org. werkorder zelf invullen om de andere velden op het scherm te activeren.

    Datum van laatste werkorder wordt automatisch gevuld met de Vervaldatum van de huidige werkorder voor het PO. Als de werkorder een dubbel PO is, wordt de laatste datum weergegeven.

  4. Voer PO, Afdeling, Locatie, Route, WO-klasse, Kostencode, Toegewezen aan en Manager in.
  5. Geef de volgende gegevens op:
    Uitvoeren om de
    Voer hier de lengte van het interval in dat verstreken moet zijn voordat de volgende werkorder voor de PO-routine wordt gegenereerd. Selecteer vervolgens de eenheid in het veld ernaast.
    Vervaldatum
    Voer hier de vervaldatum van de eerste werkorder in.
    NB

    Elke werkorder bepaalt de vervaldatum van de volgende werkorder. Als u de Vervaldatum op het tabblad PO-schema's wijzigt, wordt de Vervaldatum van de werkorder op zo'n manier aangepast dat deze vervaldatum later valt dan de gereedmeldingsdatum van de laatste werkorder. Het interval wordt opgeteld bij de op het tabblad PO-schema's opgegeven Vervaldatum tot er een datum wordt bereikt die later valt dan de laatste gereedmeldingsdatum. Toekomstige vervaldatums worden geaccepteerd zonder validatie.

    Begin slaapperiode
    Voer hier de datum in waarop de slaapperiode voor de PO-werkorders voor het object begint.
    Einde slaapperiode
    Voer hier de datum in waarop de slaapperiode voor de PO-werkorders voor het object eindigt.
    Slaapperiode opnieuw gebruiken
    Selecteer deze optie om elk jaar opnieuw dezelfde opgegeven slaapperiode te gebruiken voor de PO-werkorders voor het object. De opgegeven datums bij Begin slaapperiode en Einde slaapperiode worden automatisch veranderd in een datum in de toekomst, zodra de slaapperiode voor het object is verstreken. Bovendien zal de opgegeven slaapperiode standaard worden gebruikt voor alle nieuwe PO-objectrecords.
    Set meetpunten
    Voer hier de set meetpunten voor kalibratie van het object in.
    NB

    Als de werkorder een kalibratiewerkorder is, worden de meetpunten van de opgegeven objectrecord gekopieerd naar de werkorder wanneer die wordt vrijgegeven. De meetpunten die zijn gerelateerd aan de geselecteerde Set meetpunten worden gekopieerd.

    Niet-conformiteiten meenemen
    Selecteer deze optie om nieuwe waarnemingen op te nemen voor een nieuwe inspectie voor bestaande niet-conformiteiten.
    Alleen vervallen niet-conformiteiten
    Selecteer deze optie om alleen nieuwe waarnemingen op te nemen die zijn aangemaakt voor niet-conformiteiten die nog moeten worden geïnspecteerd.
    NB

    De inspecteur ziet op de werkorder dan geen niet-conformiteiten die wel aanwezig zijn, maar niet meer hoeven te worden geïnspecteerd. Voor de inspecteur kan het verwarrend zijn als dergelijke niet-conformiteiten, die niet op de lijst staan, voorkomen. Dit kan leiden tot dubbele niet-conformiteiten

    PO-type
    Kies een van de volgende opties:
    Optie Omschrijving
    Vast Selecteer deze optie als het PO moet worden uitgegeven volgens een vast schema, bijvoorbeeld gebaseerd op de datum of meterstand waarop het laatste PO oorspronkelijk zou vervallen.
    Variabel Selecteer deze optie als het PO moet worden uitgegeven volgens een variabel schema, gebaseerd op de datum of meterstand waarop het laatste PO werd voltooid.
    Dubbel Selecteer deze optie om het mogelijk te maken dat er meerdere PO-werkorders tegelijk geopend zijn.
    NB

    Als u Duplicaat als het PO-type selecteert, kunt u een uitzondering maken op de regel dat een object van een PO slechts één werkorder voor de PO-werkorder tegelijk mag hebben.

    Uitgeschakeld op
    Voer hier de datum in waarna het genereren van toekomstige PO-werkorders wordt gestopt.
    Meterinterval
    Voer hier de lengte van het interval in dat aangeeft hoe vaak het preventief onderhoud wordt uitgevoerd en voer vervolgens de eenheid voor het meterinterval in.
    Vervaldatum meter
    Voer hier het vervalmoment van de eerste werkorder in.
    NB

    Elke werkorder bepaalt de vervalstand van de volgende werkorder. Als u Vervaldatum meter bijwerkt op het tabblad PO-schema's, wordt Vervaldatum meter op de werkorder op zo'n manier aangepast dat deze meterstand hoger is dan de meterstand op de laatst gereedgemelde werkorder. Het interval wordt opgeteld bij de op het tabblad Object opgegeven Vervaldatum meter tot er een meterstand wordt verkregen die hoger is dan de stand op de laatst gereedgemelde werkorder. Toekomstige PO-meterstanden worden geaccepteerd zonder validatie.

    Interval meter 2
    Voer hier de lengte van het interval in dat aangeeft hoe vaak het preventief onderhoud wordt uitgevoerd en voer vervolgens de eenheid voor het meterinterval in.
    Vervaldatum meter 2
    Voer hier het vervalmoment van de eerste werkorder in.
    NB

    U kunt voor een PO meer dan één interval opgeven. Stel dat u de olie van een vrachtwagen elke 5000 kilometer vervangt volgens Meterinterval én na 720 uur rijden volgens Interval meter 2. U moet een waarde invoeren bij Meterinterval om een waarde bij Interval meter 2 te kunnen invoeren.

    Uitvoeren op
    Voer de week in van de maand waarin, en de dag van de week waarop het werk aan het object wordt uitgevoerd, zoals de tweede dinsdag van de komende maand. Selecteer scenario's voor Laatst uit te voeren waarin er vijf weken in een maand zijn De vervaldatum wordt standaard ingesteld op de laatste week van de maand.
    NB

    Uitvoeren op is alleen beschikbaar voor duplicaat-PO's en niet voor dag- of weekfrequenties.

  6. Geef de details op van de lineaire referenties.
  7. Klik op Bevestigen.