PO-schema’s voor objectconfiguraties definiëren

Definieer PO-schemagegevens om die aan objecten te koppelen die zijn gegenereerd op basis van de objectconfiguratie. De systeemstatus van de koprecord van de objectconfiguratie moet op Onvoltooid staan om PO-schema’s voor objectconfiguraties te definiëren.

Om PO-schema’s voor objectconfiguraties te definiëren, moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Objecten > Objectconfiguratie Objectconfiguraties.
  2. Selecteer het object waarvoor u PO-schema’s voor objectconfiguraties wilt definiëren en klik vervolgens op het tabblad PO-schema's.
  3. Klik op PO toevoegen.
  4. Geef PO-schema, PO-type, Werkorderklasse, Begin slaapperiode, Einde slaapperiode en Set meetpunten op.
  5. Geef de volgende gegevens op:
    Uitvoeren om de
    Voer hier de tijdsduur in die verstreken moet zijn voordat de volgende PO-werkorder wordt vrijgegeven en selecteer vervolgens de eenheid voor de PO-periode in het veld ernaast.
    Meterinterval
    Voer de tijdsduur en de eenheid voor de eerste meter in waarmee de PO-werkorder wordt vrijgegeven als het object in gebruik wordt genomen.
    Interval meter 2
    Voer de tijdsduur en de eenheid voor de tweede meter in op basis waarvan de PO-werkorder wordt vrijgegeven als het object in gebruik wordt genomen.
    Uitvoeren op
    Voer de week van de maand in waarin het object voor het werk wordt gebruikt.
    Uitvoeren op dag
    Voer de dag van de week in waarop het object voor het werk wordt gebruikt.
  6. Schakel het selectievakje Instellingen PO-schema gebruiken in om gebruik te maken van de instellingen van het PO-schema.
  7. Schakel het selectievakje Slaapperiode opnieuw gebruiken in om elk jaar opnieuw dezelfde opgegeven slaapperiode te gebruiken voor het PO. Als u Slaapperiode opnieuw gebruiken inschakelt, worden de opgegeven datums bij Begin slaapperiode en Einde slaapperiode automatisch aangepast zodra de slaapperiode is verstreken.
  8. Klik op Bevestigen.