Objectrangorden aanmaken
U kunt objectrangorden voor objecten aanmaken.
- Selecteer Objecten > Objectrangorde.
- Klik op Nieuwe record.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Objectrangorde
- Geef hier een unieke code op voor de objectrangorde en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
- Klasse
- Geef hier de klasse van de objectrangorde op.
- Type
- Selecteer hier het type objectrangorde.
- Historie traceren
- Als het rangordetype Conditie-index (CI), Kritieke index (CRI) of Prioriteitsindex risico (RPI) is, schakelt u dit selectievakje in om de historie van de objectscore bij te houden die door deze rangorde wordt berekend.
- Conditieprotocol
- Als het rangordetype Conditie-index (CI) is, geeft u het conditieprotocol op voor de objectrangorde, zoals Ouderdom, Conditie-inspectie of op basis van een vervalcurve.
Als het veld Conditieprotocol is ingesteld op een van de vervalcurven, zoals Ouderdom (DCA), % van ouderdom (DCPA) of % van gebruik (DCPU), geeft u Begin conditiescore, Einde conditiescore en Drempelwaarde conditiescore op.
Als het veld Conditieprotocol is ingesteld op een van de vervalcurven, zoals Ouderdom (DCA), Gebruik (DCU), % van ouderdom (DCPA) of % van gebruik (DCPU), geeft u Vervalcurve en Drempelwaarde conditiescore op.
- Nauwkeurigheid
- Geef desgewenst het maximale aantal decimalen op waarop de berekende score van de objectrangorde moet worden afgerond.
- Schakel desgewenst het selectievakje Niet in gebruik in om de objectrangorde in het zoekvak op het tabblad Object uit te sluiten.
- Klik op Record opslaan.