Objectrangordewaarden batchgewijs bijwerken

U kunt selectiegegevens opslaan om waarden voor de score en de index van objectrangorden te berekenen en toe te wijzen aan een objectklasse, objectcategorie of aan een geselecteerd object.

Zodra een nieuwe batchrecord voor de objectklasse, de categorie of het geselecteerde object is aangemaakt en objectrangordewaarden zijn berekend, worden de objectrangordewaarden toegepast op alle records in de geselecteerde objectklasse of -categorie of het geselecteerde objecttype.

Om rangordewaarden batchgewijs bij te werken moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Objecten > Proces > Objectrangordewaarden batchgewijs bijwerken.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef een omschrijving op voor de record van het batchgewijs bijwerken van objectrangordewaarden.
  4. Geef de gegevens op in de velden Organisatie, Objectklasse, Objectcategorie, Object en Objectrangorde.
  5. Schakel het selectievakje Incl. onderliggende entiteiten in om de onderliggende objecten van het geselecteerde object mee te nemen in de rangordewaarden.
  6. Klik op Record opslaan. Er wordt automatisch een Record-ID toegewezen.