Parameters definiëren voor voorraad bedrijfsmiddelen

U kunt controles op bedrijfsmiddelen uitvoeren om de fysieke systeemlocatie van het bedrijfsmiddel te vergelijken met de werkelijke fysieke locatie van het bedrijfsmiddel. Definieer de parameters voor de voorraad bedrijfsmiddelen op het tabblad Parameters en voer vervolgens de werkelijke telling handmatig uit of gebruik een handapparaat.

Om parameters te definiëren voor voorraad bedrijfsmiddelen moet u het volgende doen.

  1. Selecteer Objecten > Extra functies > Voorraad bedrijfsmiddelen.
  2. Klik op het tabblad Parameters.
  3. Selecteer de Parameterlijst en geef vervolgens de Organisatie bedrijfsmiddelen, de Afdeling, de Klasse bedrijfsmiddelen, de Status bedrijfsmiddel, de Voorraadverificatiedatum, het Bovenliggende magazijn en de Standaardwerkorder op.
    De sessie-ID wordt aangemaakt nadat u hebt geklikt op Sessie aanmaken/bijwerken. Geef in het veld ernaast een omschrijving van de sessie.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Toegewezen aan
    Voer hier de persoon in aan wie het tellen van de bedrijfsmiddelen is toegewezen.
    Bovenliggende entiteit fysieke locatie
    Selecteer de bovenliggende entiteit van de fysieke locatie voor het bedrijfsmiddel. Organisatie bovenliggende entiteit fysieke locatie wordt automatisch ingevuld.
    Type fysieke locatie
    Selecteer het type fysieke locatie voor het bedrijfsmiddel.
  5. Desgewenst geeft u de velden voor Organisatie bedrijfsmiddelen, Afdeling, Klasse bedrijfsmiddelen, Status bedrijfsmiddel en Voorraadverificatiedatum op.
    NB

    Alle bedrijfsmiddelrecords met een Voorraadverificatiedatum die later valt dan de datum die is opgegeven op het tabblad Parameters, worden uitgesloten.

  6. Schakel het selectievakje Blind getelde voorraad in als het tabblad Voorraadresultaten niet mag worden gesynchroniseerd met het mobiele apparaat.
  7. Schakel het selectievakje Verplaatsingswerkorder(s) toestaan in om de iPad-gebruiker toestemming te geven Verplaatsingswerkorder(s) aan te maken.
  8. Schakel het selectievakje Fysieke locaties bijwerken toestaan in om de iPad-gebruiker autorisatie te geven voor het aanbrengen van structurele wijzigingen.
  9. Klik op Sessie aanmaken/bijwerken. De resultaten worden weergegeven op het tabblad Voorraadresultaten voor de geselecteerde parent fysieke locatie en child-bedrijfsmiddelen met de status "I" als geen specifieke status wordt ingevoerd.
    NB

    Wanneer op Sessie aanmaken/bijwerken wordt geklikt, worden alle velden opgeslagen en beschermd behalve het veld Standaardwerkorder.