Eenheden definiëren

De eenheid voor de opslag en uitgifte van voorraadartikelen kan afhangen van het artikel zelf of van de leverancier. Kabel bijvoorbeeld wordt meestal uitgedrukt in meters. Vloeistoffen kunnen worden uitgedrukt in flessen, liters of vaten. Schroeven per doos of kilo.

De eenheden kunnen ook verschillen binnen uw eigen organisatie. Zo bestelt u misschien bepaalde dingen per dozijn (de inkoopeenheid). In de voorraad staan deze dingen daarentegen per stuk geregistreerd (de voorraadeenheid).

U kunt verschillende eenheden definiëren voor verschillende inkoop- en voorraadartikelen. Alle magazijntransacties binnen het systeem zijn gebaseerd op voorraadeenheden (dus de vorm waarin de artikelen daadwerkelijk worden bewaard). Ook alle hoeveelheden op de stuklijst gaan uit van de voorraadeenheid.

Wanneer u artikelen inkoopt in een eenheid die verschilt van de eenheid waarin u ze opslaat, moet u de eenheid omrekenen. Wanneer de voorraadeenheid en de inkoopeenheid precies hetzelfde zijn, is de omrekenfactor gelijk aan 1. Als ze niet gelijk zijn, gebruikt u de volgende formule: Als ze niet gelijk zijn, gebruikt u de volgende formule:

Inkoopeenheid x Omrekenfactor = Uitgifte-eenheid

(1 doos onderdeeltjes x 10 = 10 onderdeeltjes)

Wanneer de inkoper een offerteaanvraag naar een leverancier stuurt, kan de leverancier een prijs geven op basis van een eenheid die weer verschilt van de inkoopeenheid (bijvoorbeeld door kwantumkorting). Dit is de offerte-eenheid. Bij het aanmaken van de inkooporder of inkoopaanvraag moet u dan een omrekenfactor opgeven voor omrekening tussen de offerte-eenheid en de inkoopeenheid.

NB

Het systeem volgt de ISO-aanbevelingen en is standaard voorzien van veel verschillende eenheden.

  1. Selecteer Materialen > Instellingen > Eenheden.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Eenheid
    Voer hier een unieke code voor de eenheid in en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
    Klasse
    Voer hier de klasse van de eenheid in.
    Eenheid SOA
    Voer hier de Infor SOA-eenheid in die aan sw eerder vermelde eenheid gekoppeld moet worden.
    Niet in gebruik
    Selecteer deze optie om de eenheid niet te laten weergeven in zoekvakken.
    NB

    U kunt geen eenheden verwijderen als die ergens anders in het systeem worden gebruikt. Selecteer Niet in gebruik als de eenheid niet mag worden weergegeven in zoekvakken. Deze functie is vooral handig als u de voorgedefinieerde ISO-eenheden wilt uitschakelen die u toch nooit gebruikt.

  4. Klik op Record opslaan.