Artikelen aanmaken

Door artikelen aan te maken kunt u artikelen, bedrijfsmiddelen en gereedschappen identificeren die in de voorraad kunnen worden ingevoerd. Tijdens het aanmaken van artikelen kunt u artikelen classificeren en indelen in categorieën, vaststellen welke artikelen op basis van een serienummer kunnen worden getraceerd, alsmede belastingcodes, garantiegegevens, traceringsmethoden, inkopers en voorkeursleveranciers opgeven om het aanvraag- en inkoopproces te vergemakkelijken. Ook kunt u aangeven welke artikelen op defects worden getraceerd. Te repareren artikelen worden uitgegeven en afgegeven als normale artikelen. Wel is het mogelijk dat een te repareren artikel ook als object kan worden gerepareerd of gereconditioneerd. Wanneer een artikel wordt gemarkeerd als een op defects getraceerd artikel, kunt u op het scherm Artikelen reparatiedetails opgeven voor de reparatie van het artikel. Te repareren artikelen kunnen intern worden gerepareerd met een werkorder of extern met een inkooporder.

Het prijsniveau van een artikel wordt op artikel- of voorraadniveau ingesteld, maar de prijzen worden altijd ingesteld op het scherm Artikel. De manier waarop het prijsniveau wordt bepaald, wordt aangegeven door de installatieparameter PRICELEV. Als de installatieparameter PRICELEV op P staat, moet u prijzen definiëren op artikelniveau. Als PRICELEV op S staat, moet u prijzen definiëren op magazijnniveau.

Als PRICELEV op P staat en u niet met beveiliging op basis van meerdere organisaties werkt, kunt u prijzen instellen op het tabblad Recordweergave van het scherm Artikelen. Als de installatieparameter PRICELEV op P staat en u wel met beveiliging op basis van meerdere organisaties werkt, moet u prijzen instellen op het tabblad Prijzen van het scherm Artikelen.

Als PRICELEV is ingesteld op S, moet u prijzen instellen op het tabblad Magazijnen van het scherm Artikelen, ongeacht of u met beveiliging op basis van meerdere organisaties werkt.

Als u voor de prijsberekening FIFO of LIFO gebruikt, moet PRICELEV worden ingesteld op S. Voor de prijsberekening LIFO/FIFO wordt bij de ontvangst van een artikel voor opslag een ontvangsttransactie gemaakt. Op basis van die transactie worden automatisch de records in de tabellen R5BINSTOCK en R5FIFO bijgewerkt en worden de benodigde records aan die tabellen toegevoegd. Zo wordt ervoor gezorgd dat bij alle volgende uitgiftetransacties de juiste prijs per eenheid wordt gebruikt. Omdat voor een ontvangsttransactie een leverancier nodig is, wordt bij deze ontvangst automatisch een asterisk (*) ingevuld voor de leverancier.

Zie Toelichting op voorraadwaardering op basis van tijd (LIFO/FIFO).

De installatieparameter PRICETYP is een vaste parameter waarmee wordt bepaald welk standaardprijstype wordt gebruikt bij het verwerken van magazijntransacties voor artikelen. De standaardwaarde voor PRICETYP is A (Gemiddelde prijs). De systeembeheerder kan PRICETYP echter instellen op S (Standaardprijs), L (Laatste prijs), LIFO (Prijs nieuw voor oud (LIFO)) of FIFO (Prijs oud voor nieuw (FIFO)), afhankelijk van de instelling van de installatieparameter PRICELEV.

  1. Selecteer Materialen > Artikelen.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Organisatie
    Geef hier de organisatie op waartoe de werkorder behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
    Artikel
    Voer hier een unieke code voor het artikel in en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
    NB

    Als de installatieparameter AUTOPNUM op YES staat, wordt automatisch een artikelnummer toegewezen als u de record opslaat en er geen Artikelcode is ingevoerd.

    Als u het Artikelnummer wilt wijzigen, klikt u op Artikelnummer wijzigen.

    Klasse
    Voer hier de klasse van het artikel in. De getoonde klassen behoren tot de entiteit PART.
    Categorie
    Voer hier de categorie in.
    Gereedschap
    Voer hier het gereedschap voor het artikel in. Zo geeft u aan dat het artikel gereedschap is. Wanneer u Gereedschap opgeeft voor het artikel, kunt u gereedschap uitgeven en retourneren en het gebruik van het gereedschap volgen voor het artikel. Gereedschap wordt gedefinieerd op het scherm Gereedschappen.
    NB

    Als Traceren per bedrijfsmiddel is geselecteerd voor het artikel, is het gereedschap ook een object. Als Traceren per bedrijfsmiddel niet is geselecteerd, wordt het gereedschap als een gewoon artikel beschouwd.

    Eenheid
    Voer hier de eenheid voor het artikel in.
    Artikelsoort
    Voer hier de artikelsoort in als het artikel als artikelsoort wordt beschouwd. Wanneer u voor een artikel een artikelsoortcode opgeeft, kunt u artikelen voor inkoop- en voorraaddoeleinden in algemene groepen indelen. zoals bedrading, kantoorbenodigdheden en veiligheidsuitrusting.
    Secundaire artikelsoort
    Voer hier de secundaire artikelsoort in als het artikel als artikelsoort wordt beschouwd in meer dan één artikelsoortgroep. Wanneer u voor een artikel een secundaire artikelsoortcode opgeeft, kunt u artikelen voor inkoop- en voorraaddoeleinden verder in meerdere groepen indelen. zoals bedrading, kantoorbenodigdheden en veiligheidsuitrusting.
    Boek-ID Documoto
    Voer hier een Documoto-boek in waarmee het artikel moet worden gekoppeld.
    Artikel-ID Documoto
    Voer hier het artikelnummer van Documoto in.
    Traceren per bedrijfsmiddel
    Geef aan of u artikelen wilt traceren per bedrijfsmiddelnummer of serienummer. Wanneer artikelen worden getraceerd per bedrijfsmiddel, geeft dat aan dat de artikelen objecten zijn.
    NB

    Als u Traceren per bedrijfsmiddel selecteert, moet u eerst het artikel ontvangen en vervolgens bij ontvangst van elk artikel een uniek serienummer voor het artikel invoeren.

    Traceren op partij
    Selecteer deze optie om de artikelen te traceren aan de hand van het partijnummer. Als u een partij selecteert, is een partijnummer vereist voor alle materiaaltransacties waarbij het artikel betrokken is.
    Als kit traceren
    Selecteer deze optie om het artikel als een kit-artikel te traceren.

    Als kit traceren moet zijn ingeschakeld als u het artikel in een kit-sjabloon wilt opnemen.

    Kalibratiestandaard
    Selecteer deze optie om aan te geven dat dit artikel wordt gebruikt als standaard voor het kalibreren.
    Beschikbaar voor planningselementen
    Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat dit artikel beschikbaar is voor planningselementen.
    Defecte artikelen traceren
    Schakel dit selectievakje in als het artikel op defecte artikelen wordt getraceerd. Te repareren artikelen kunnen intern worden gerepareerd met een werkorder of extern met een inkooporder.
    NB

    Als Resten traceren is ingeschakeld, kunnen de opties Als kit traceren en Vluchtig gas niet worden geselecteerd.

    Niet in gebruik
    Selecteer deze optie als u niet wilt dat het artikel elders in het systeem in zoekvakken voor artikelen wordt weergegeven.
    Belastingcode
    Voer hier de code in voor de belasting die op het artikel van toepassing is. De waarden in dit zoekvak zijn afkomstig uit een eerder gedefinieerde belastingstructuur.
    Inspectiemethode
    Voer hier de inspectiemethode voor het artikel in.
    Inspectie verplicht
    Selecteer deze optie om aan te geven dat een inspectie verplicht is voor het artikel op het moment waarop het wordt ontvangen via het scherm Inkooporderontvangsten.
    Systeemniveau
    Geef de EMRS-code op die het systeemniveau voor het artikel aanduidt.
    Deelniveau
    Geef de EMRS-code op die het deelniveau voor het artikel aanduidt.
    NB

    U kunt alleen een Deelniveau invoeren als u een Systeemniveau hebt opgegeven.

    Componentniveau
    Geef de EMRS-code op die het componentniveau voor het artikel aanduidt.
    NB

    U kunt pas een Componentniveau invoeren als u een Deelniveau hebt ingevoerd.

    Traceringsmethode
    Selecteer een van de volgende traceringsopties:
    Optie Omschrijving
    Voorraad Gebruik hoeveelheid in voorraad, hoeveelheid getraceerd en bedrag getraceerd voor normale voorraadartikelen.
    Onkosten Gebruik hoeveelheid in voorraad, hoeveelheid getraceerd en bedrag niet getraceerd voor in waarde verminderde reserveonderdelen. Deze artikelen worden uitgegeven met een kostprijs van nul.
    Niet-voorraad Gebruik hoeveelheid niet in voorraad, hoeveelheid niet getraceerd en speciale order om het bestelproces voor de artikelen te bespoedigen.
    Garantiedagen
    Geef hier het aantal dagen op dat het artikel onder garantie valt.
    Historie opslaan
    Selecteer deze optie om voor dit artikel de historische gegevens met betrekking tot de voorraadwaarde vast te leggen bij de dagelijkse momentopname van de artikelen (PDS).
    Bijbestellingen voorkomen
    Selecteer deze optie om te voorkomen dat dit artikel wordt bijbesteld.
    Vluchtig gas
    Selecteer deze optie om gasemissies voor het artikel te traceren.
    Artikelstructuur
    Voer hier het niveau van de artikelcodestructuur in die u aan het artikel wilt koppelen.
    Profielnaam
    Voer hier het profiel in om aan het artikel te koppelen.
    Afdeling
    Voer hier de afdeling in om aan het artikel te koppelen.
    Objectklasse
    Voer hier de objectklasse in die aan het object moet worden gekoppeld.
    Producent
    Voer hier de producent van het artikel in.
    Model
    Voer hier het model van het artikel in.
    Revisie
    Voer hier het revisienummer van het artikel in.
    Variabele 1, variabele 2, variabele 3, variabele 4, variabele 5, variabele 6
    Voer hier aanvullende gegevens over het artikel in.
    Inkoper
    Voer hier de inkoper van het artikel in. Inkoper wijst een bepaalde persoon aan inkoopfuncties voor het artikel toe.
    Voorkeursleverancier
    Geef hier de primaire leverancier van het artikel op als voor dit artikel automatisch inkoopaanvragen worden gegenereerd. Prijs leverancier, Eenheid leverancier en Hoeveelheid per inkoopeenheid worden automatisch ingevuld als deze aan de catalogus van de leverancier zijn toegevoegd. Als u een Voorkeursleverancier invoert zonder catalogusrecords, wordt automatisch een record voor het artikel aangemaakt in de catalogus van de leverancier. Op het tabblad Leveranciers kunt u artikelgegevens voor de leverancier bijwerken.
    NB

    Als de installatieparameter MULTIORG op YES staat, worden de artikelprijzen per organisatie berekend en zijn de velden Prijstype, Gemiddelde prijs, Laatste prijs, Standaardprijs en Restwaarde alleen-lezen.

    Als de installatieparameter PRICELEV op S staat, worden artikelprijzen op voorraadniveau geregistreerd op het tabblad Magazijnen van het scherm Artikelen en zijn de velden Prijstype, Restwaarde, Gemiddelde prijs, Standaardprijs en Laatste prijs alleen-lezen. Wanneer de artikelprijzen op voorraadniveau worden geregistreerd, kunnen in verschillende magazijnen verschillende prijzen voor hetzelfde artikel worden gehanteerd.

    Als de installatieparameter PRICELEV op P staat, worden artikelprijzen gedefinieerd op artikelniveau. Voer de stappen 32 tot en met 36 uit.

    Prijstype
    Selecteer het prijstype voor het artikel. Het veld Prijstype wordt automatisch ingevuld, afhankelijk van de instelling van de installatieparameter PRICETYP.
    NB

    Als PRICETYP op LIFO of FIFO staat, wordt Prijs nieuw voor oud (LIFO) of Prijs oud voor nieuw (FIFO) niet weergegeven, omdat LIFO/FIFO niet beschikbaar zijn voor de prijsberekening van artikelen wanneer de prijzen worden ingesteld op artikelniveau. U moet Gemiddelde prijs, Laatste prijs of Standaardprijs als prijstype voor het artikel selecteren.

    Restwaarde
    Voer hier de waarde in die het artikel heeft op het moment dat het moet worden gerepareerd.
    Gemiddelde prijs
    Als de prijzen zijn gebaseerd op de gemiddelde betaalde prijs, voert u hier de gemiddelde prijs in die voor het artikel is betaald.
    Standaardprijs
    Als de prijzen zijn gebaseerd op de standaardprijs, voert u hier de standaardprijs van het artikel in.
    Laatste prijs
    Als de prijzen zijn gebaseerd op de laatst betaalde prijs, voert u hier de laatste prijs in die voor het artikel is betaald.
    Traceren op conditie
    Schakel dit selectievakje in als het artikel moet worden getraceerd op conditie. Als Traceren op conditie niet is ingeschakeld wanneer het artikel wordt aangemaakt, kunt u het selectievakje niet inschakelen nadat het artikel is aangemaakt.
    NB

    Bij het aanmaken van artikelen kunt u de opties Als kit traceren of Vluchtig gas niet selecteren als Traceren op conditie is ingeschakeld. Het is wel mogelijk een kit te produceren en vervolgens de artikelen die op conditie moeten worden getraceerd, toe te voegen aan de kit-sjabloon.

    Artikelconditiesjabloon
    Voer hier de artikelconditiesjabloon in voor het artikel.
  4. Klik op Record opslaan. Als een controle is uitgevoerd op het tabblad Veiligheid, worden de velden Controle veiligheidsdatum benodigd en Veiligheid gecontroleerd door automatisch ingevuld.