Magazijnen aan artikelen koppelen
Door magazijnen aan artikelen te koppelen kunt u voor specifieke artikelen gedetailleerde voorraadgegevens opgeven, zoals minimale voorraadniveaus en bestelhoeveelheden, aan de hand waarvan wordt bepaald hoe de voorraadniveaus in uw bedrijf worden aangehouden.
Bovendien kunt u artikelprijzen op voorraadniveau definiëren, zodat u voor elk magazijn waarin het artikel wordt aangehouden, prijsgegevens kunt invoeren en bijwerken.
Daarnaast geldt dat als u voor een artikel in het magazijn Prijs nieuw voor oud (LIFO) of Prijs oud voor nieuw (FIFO) als het Prijstype selecteert, in de tabel R5FIFO een record voor het artikel wordt ingevoegd wanneer het artikel in voorraad wordt ontvangen. In deze record staan het artikel, de prijs, de hoeveelheid, het magazijn en de transactiedatum vermeld. De transactiedatum is de datum waarop de goederen zijn toegevoegd aan de voorraad. Op deze datum worden alle toekomstige LIFO-/FIFO-transacties voor het artikel gebaseerd. In geval van FIFO-prijzen wordt de record gezocht die als eerste aan de voorraad is toegevoegd. In geval van LIFO-prijzen wordt naar de record gezocht die het meest recent aan de voorraad is toegevoegd.
Afhankelijk van uw systeemconfiguratie definieert u op welke manier de voorraad moet worden aangevuld en u stelt minimum- en maximumhoeveelheden, het bestelniveau en/of de bestelhoeveelheid in.
De installatieparameter INVMETH bepaalt de standaardmethode voor nieuwe voorraadartikelen in alle magazijnen (Bestelniveau (-)). U kunt de methode voor een artikel in voorraad naar wens aanpassen. Als u de parameter INVMETH niet hebt gewijzigd of u hebt geen voorraadmethode opgegeven voor een voorraadrecord, wordt de voorraadmethode automatisch ingesteld op Bestelniveau.
Bovendien worden de voorraadmethoden van een artikel pas geïmplementeerd op het moment dat u de gegevens invoert die nodig zijn om de voorraadmethode van het artikel in te voeren. Als u voor een bepaald artikel bijvoorbeeld de voorraadmethode Min./Max. wilt gebruiken, moet u een waarde invoeren bij Minimumhoeveelheid en Maximumhoeveelheid.
Als Traceren per bedrijfsmiddel voor het artikel is geselecteerd, vindt uitsluiting plaats van bedrijfsmiddelen die in een bovenliggend bedrijfsmiddel of bovenliggende positie zijn geïnstalleerd en daarom geen deel uitmaken van de hoeveelheid in voorraad. Het veld Hoeveelheid geïnstalleerd geeft aan hoeveel bedrijfsmiddelen in andere artikelen zijn geïnstalleerd.