Artikelen uitgeven aan werkorders, objecten of projecten

Hiermee geeft u artikelen uit aan werkorders, objecten of projecten.

NB

Als u voor de prijsberekening met de FIFO- of LIFO-methode werkt, wordt de transactieprijs voor uitgiften voor werkorders, objecten of projecten berekend op basis van de tabel R5FIFO. In dit geval wordt de basisprijs niet opgevraagd uit de tabel R5PARTS of R5STOCK.

  1. Selecteer Materialen > Transacties > Artikelen uitgeven/retourneren.
    Bij Transactietype wordt automatisch Uitgifte geselecteerd om de uitgiftefuncties in te schakelen.
  2. Geef de volgende gegevens op:
    Magazijn
    Voer hier het magazijn in van waaruit u artikelen wilt uitgeven. Als voor de huidige gebruiker een standaardmagazijn is gedefinieerd, wordt in het veld Magazijn automatisch het standaardmagazijn voor de gebruiker ingevuld.

    Kies een van de volgende opties om artikelen uit te geven aan een werkorder, materieel of een project:

    Optie Omschrijving
    Aan een werkorder uitgeven Voer hier de Werkorderactiviteit in.

    De velden Object, Organisatie object, Project - budget, Kostencode en Afdeling worden automatisch ingevuld op basis van de werkorder. Ook het veld Materiaallijst of Pickbon wordt automatisch ingevuld als het aan de Activiteit is gekoppeld.

    Aan materieel uitgeven Voer hier het Object in. Kostencode en Afdeling worden automatisch ingevuld.
    NB

    Als het geselecteerde Object aan een werkorder met meerdere objecten wordt gekoppeld, worden Objectorganisatie en Gerelateerde werkorder ook ingevuld.

    Als u Alle objecten voor Object selecteert en een artikel Per bedrijfsmiddel uitgeeft, worden de Transactiegegevens gewist.

    Aan een project uitgeven Geef de Project-budget en Afdeling op.
    Datum
    Pas hier de datum aan waarop de uitgifte moet plaatsvinden.
    Afdeling
    Voer hier de afdeling voor het magazijn, de werkorder/activiteit, het project/budget of het object in. Afdeling wordt automatisch ingevuld als u een werkorder/activiteit of een object geselecteerd.
    Uitgeven aan
    Voer hier de code in van de medewerker voor wie de uitgifte bedoeld is.
    Referentienummer
    Voer hier een referentienummer voor de uitgifte in. Het referentienummer is niet meer dan een interne referentie (niet gebruikt door het systeem voor validatie).
  3. Geef het volgende op om een werkorder uit te geven:
    Materiaallijst
    Voer hier de materiaallijst in waaruit u het artikel wilt uitgeven. Als er al een materiaallijst aan de geselecteerde werkorder/activiteit is gekoppeld, wordt het veld Materiaallijst in de sectie Uitgeven van/retourneren aan automatisch ingevuld en wordt de hyperlink Materiaallijst in de sectie Transactiegegevens geactiveerd. U kunt de Materiaallijst desgewenst wijzigen wanneer de artikelen op de materiaallijst zijn toegevoegd aan de lijst Transactiegegevens.
    Pickbon
    Voer hier de pickbon in waaruit u het artikel wilt uitgeven. Als er al een pickbon aan de geselecteerde werkorder/activiteit is gekoppeld, wordt het veld Pickbon in de sectie Uitgeven van/retourneren aan automatisch ingevuld en wordt de hyperlink Pickbon in de sectie Transactiegegevens geactiveerd. U kunt de Pickbon desgewenst wijzigen wanneer de artikelen op de pickbon zijn toegevoegd aan de lijst Transactiegegevens.
    NB

    Pickbonnen zijn niet beschikbaar wanneer artikelen worden uitgegeven voor een project/budget.

    Als de geselecteerde WO-activiteit die aan de Pickbon is gekoppeld, een werkorder met meerdere objecten is, wordt bij Object automatisch WO-kopgegevensobject ingevuld.

  4. Kies een van de volgende opties onder Acties:
    • Als de artikelen voorkomen op een materiaallijst, klik dan op Materiaallijst.
    • Als de artikelen voorkomen op een pickbon—Klik op Pickbon.
    • Als de bestelde artikelen zijn geleverd en gereed zijn voor distributie, klik dan op Vastgehouden artikelen.
    • Als voor deze werkorder voorraadartikelen zijn gereserveerd, klik dan op Gereserveerde artikelen.
  5. Geef de volgende transactiegegevens op:
    Artikel
    Voer hier het artikel in dat u wilt uitgeven. De beschikbare hoeveelheid, de bergruimte en het partijnummer worden weergegeven. Pas desgewenst de bergruimtelocatie en het partijnummer aan. Bij Beschikbare hoeveelheid wordt automatisch de som ingevuld van de hoeveelheden van het artikel in alle bergruimten van het geselecteerde Magazijn minus de hoeveelheid die momenteel aan werkorders is toegewezen.

    Als het uit te geven artikel per bedrijfsmiddel wordt getraceerd, wordt automatisch Traceren per bedrijfsmiddel geselecteerd, wordt 1 ingevoerd als Transactiehoeveelheid en moet u een Bedrijfsmiddel-ID voor het artikel invoeren. Bij Beschikbare hoeveelheid wordt de totale artikelhoeveelheid ingevuld die momenteel beschikbaar is.

    De velden Eenheid beschikbare hoeveelheid en Eenheid transactiehoeveelheid worden automatisch ingevuld.
    NB

    Wanneer artikelen worden uitgegeven die per bedrijfsmiddel worden getraceerd, kunt u bij Transactiehoeveelheid geen waarde invoeren die groter is dan 1. Als u meerdere hoeveelheden van een per bedrijfsmiddel getraceerd artikel wilt uitgeven, moet u het artikel op afzonderlijke regels toevoegen aan de lijst Transactiegegevens met een Transactiehoeveelheid van 1 totdat het aantal van het artikel is bereikt dat u wilt uitgeven. Het veld Traceren per bedrijfsmiddel is standaard verborgen.

    Als het uit te geven artikel wordt getraceerd als artikel van een kit, wordt één transactieregel voor de kit aangemaakt.
    Partij
    Selecteer de partij waaruit u het artikel wilt uitgeven. Vervaldatum, Serienummer en Partijnummer producent worden automatisch gevuld.
    Conditie
    Voer de conditie in als het artikel een bovenliggend artikel is dat op conditie wordt getraceerd. Als het geselecteerde artikel een onderliggend artikel is dat op conditie wordt getraceerd, wordt het veld Conditie automatisch ingevuld.
    Bergruimte
    Selecteer hier de bergruimte waaruit u het artikel wilt uitgeven. Indien van toepassing wordt de standaardbergruimte voor het artikel opgegeven.
    NB

    Wanneer u een Bergruimte selecteert, wordt de Beschikbare hoeveelheid bijgewerkt met de hoeveelheid van het artikel in de geselecteerde Bergruimte min de artikelhoeveelheid die momenteel vanuit die Bergruimte is toegewezen aan werkorders.

    Transactiehoeveelheid
    Geef hier het aantal artikelen op dat u wilt uitgeven. Indien van toepassing wordt de Beschikbare hoeveelheid van het artikel automatisch opgegeven.
    Hoeveelheid afdrukken
    Geef hier het aantal etiketten op dat u wilt afdrukken. Hoeveelheid afdrukken wordt automatisch ingesteld op basis van de instelling van Standaardaantal etiketten op het tabblad Magazijnen van het scherm Artikel:
    Optie Omschrijving
    Geen etiketten Hoev. afdrukken is null.
    Losse etiketten Hoev. afdrukken is 1.
    Etiket voor elk artikel Hoev. afdrukken is gelijk aan Ontvangsthoeveelheid, maar u kunt Hoev. afdrukken desgewenst wijzigen. Een aanpassing van Hoev. afdrukken is niet van invloed op de Ontvangsthvh.
    Retourhoeveelheid defecte artikelen afdrukken
    Voer hier het aantal etiketten in dat u wilt afdrukken voor te retourneren defecte artikelen.
    Retour defecte artikelen
    Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat het artikel dat wordt uitgegeven op defecte artikelen wordt getraceerd en dat het defecte artikel moet worden geretourneerd.
  6. Klik op Toevoegen aan lijst.
    NB

    De lijst Transactiegegevens fungeert als buffer waarin de uit te geven artikelen tijdelijk worden opgeslagen. Pas wanneer de transactie wordt bevestigd worden de artikelen feitelijk uitgegeven. U kunt desgewenst artikelen toevoegen/verwijderen voordat u de transactie bevestigt en de gegevens in de database opslaat. Klik op Artikel toevoegen als u extra artikelen wilt toevoegen aan de uitgifte. Als u een artikel wilt verwijderen uit de lijst Transactiegegevens, selecteert u de artikelrecord die u uit de uitgifte wilt verwijderen en klikt u op Verwijderen van lijst.

    Daarnaast kunt u zo nodig ook gegevens voor de transactie bijwerken in de secties Uitgeven aan/retourneren van en Uitgeven van/retourneren aan voordat u records toevoegt aan de lijst Transactiegegevens.

  7. Geef desgewenst de volgende opties voor artikeldefecten op:
    Defecte hoev.
    Voer hier de defecte hoeveelheid van het artikel in.
    NB

    Artikeldefecten zijn niet toegestaan bij een uitgifte van artikelen die per bedrijfsmiddel worden getraceerd.

    Datum defect
    Voer de datum in waarop het artikel defect is geraakt.
    Probleemcode
    Voer hier de code van het probleem in voor het defecte artikel.
    Storingscode
    Voer hier de reden in voor het defect raken van het artikel.
    Actiecode
    Geef hier de code op voor de actie die is ondernomen om het probleem op te lossen.
    Oorzaakcode
    Voer de oorzaakcode van het probleem in.
    Notities bij storing
    Voer hier opmerkingen over het probleem in.
  8. Klik op Transactie bevestigen. De artikelen worden uitgegeven en voor het uitgevende magazijn wordt een voorraadtransactie van het type I aangemaakt met een negatieve hoeveelheid voor de uitgifte.
  9. Desgewenst kunt u als u etiketten wilt afdrukken voor de uitgiftetransacties, op Etiket(ten) afdrukken klikken, en als u etiketten wilt afdrukken voor de retourtransacties van defecte artikelen, klikt u op Retouretiket(ten) defecte artikelen afdrukken.
  10. Desgewenst kunt u als u een voorraadtekort voor een artikel wilt vastleggen, het artikel selecteren en op Voorraadtekorten vastleggen klikken.