Artikelen uitgeven aan werkorders met meerdere objecten

U kunt artikelen vanuit magazijnen uitgeven aan werkorders met meerdere objecten.

  1. Selecteer Materialen > Transacties > Artikelen uitgeven/retourneren.
  2. Geef de volgende gegevens op:
    Magazijn
    Voer hier het magazijn in waaruit u het artikel of de artikelen wilt uitgeven. Als voor de huidige gebruiker een standaardmagazijn is gedefinieerd, wordt in het veld Magazijn automatisch het standaardmagazijn voor de gebruiker ingevuld.

    Bij Datum wordt automatisch de huidige systeemdatum ingevuld en bij Transactietype wordt Uitgifte ingevuld om de uitgiftefunctionaliteit in te schakelen.

    WO-activiteit
    Voer hier de werkorder/activiteit met meerdere objecten in waaraan het artikel moet worden uitgegeven.

    Bij Object wordt automatisch Alle objecten ingevuld. Ook de velden Gerelateerde werkorder, Kostencode en Afdeling worden op basis van de geselecteerde WO-activiteit ingevuld. Het veld Object is een verplicht veld en Gerelateerde werkorder is beschermd.

    Als de geselecteerde WO-activiteit met meerdere objecten wordt gekoppeld aan een project/budget, wordt Project - budget automatisch ingevuld en wordt dit veld beschermd. Als de geselecteerde Werkorder - activiteit is gekoppeld aan een pickbon, wordt Pickbon automatisch ingevuld op basis van de gekoppelde WO-activiteit of Objectrecord.
    NB

    Werkorders in het zoekvak Werkorder - activiteit waarvoor de waarde is overschreden die voor de installatieparameter ISSDAYS is opgegeven, worden niet weergegeven.

    Als de geselecteerde Werkorder – activiteit met meerdere objecten gereserveerde artikelen heeft en niet alle artikelen zijn uitgegeven, wordt de hyperlink Gereserveerde artikelen geactiveerd. Klik op Gereserveerde artikelen om de relevante artikelgegevens voor de lijst Transactiegegevens op te halen.

    Als de geselecteerde WO-activiteit met meerdere objecten of een van de gerelateerde werkorders directe materialen heeft die zijn besteld en Alle objecten voor Object is geselecteerd, wordt de hyperlink Vastgehouden artikelen geactiveerd. Klik op Vastgehouden artikelen om de relevante artikelgegevens voor de lijst Transactiegegevens op te vragen.

    Objecten
    Kies een van de volgende opties als de werkorder een werkorder met meerdere objecten is:
    • Een specifiek object opgeven waaraan de Transactiehoeveelheid moet worden uitgegeven.
    • Alle objecten invoeren om de Transactiehoeveelheid gelijkmatig uit te geven aan elke objectrecord van de werkorder.
    • WO-kopgegevensobject opgeven om de Transactiehoeveelheid alleen voor het object in de kopgegevens van de werkorder uit te geven.
    NB

    De rest van de Transactiehoeveelheid die niet gelijkmatig is uitgegeven aan de laatste objectrecord op het tabblad Objecten van het scherm Werkorders, wordt automatisch toegepast.

    Als u Alle objecten selecteert en ten minste één van de gerelateerde werkorders de status Gereedgemeld heeft (of een gelijkwaardige gebruikersstatus), verschijnt er een bericht waarin u kunt aangeven of de kosten van de uitgifte naar alle objecten of alleen naar open gerelateerde werkorders moeten worden gedistribueerd, ongeacht of de gerelateerde werkorders de status Open of Gereedgemeld hebben (of de gelijkwaardige gebruikersstatus ervan).

    Kostencode
    Voer hier de kostencode in waarvoor het artikel moet worden uitgegeven. De omschrijving wordt in het veld ernaast ingevuld.
    Uitgeven aan
    Voer hier de code in van de medewerker voor wie de uitgifte bedoeld is.
    Referentienummer
    Voer hier een referentienummer voor de uitgifte in. Het referentienummer is niet meer dan een interne referentie (niet gebruikt door het systeem voor validatie).
    Materiaallijst
    Voer hier de materiaallijst in waaruit artikelen moeten worden uitgegeven voor de werkorder met meerdere objecten.
    Pickbon
    Voer hier de pickbon in waaruit artikelen moeten worden uitgegeven voor de werkorder met meerdere objecten. Voor Object wordt automatisch WO-kopgegevensobject geselecteerd en de hyperlink Pickbon in de transactiegegevens wordt geactiveerd.
    NB

    Als een pickbon wordt gekoppeld aan de geselecteerde WO-activiteit met meerdere objecten, kunt u alleen de waarde WO-kopgegevensobject selecteren voor Object. Pickbonnen kunnen niet worden gebruikt om artikelen uit te geven voor alle objecten van een werkorder met meerdere objecten of aan een specifiek object van een werkorder.

    Afdeling
    U kunt hier de afdeling van de werkorder wijzigen.
    Datum
    Pas hier de datum aan waarop de uitgifte moet plaatsvinden.
    Artikel
    Voer hier het artikel in dat u wilt uitgeven. De beschikbare hoeveelheid, de bergruimte en het partijnummer worden weergegeven. Pas desgewenst de bergruimtelocatie en het partijnummer aan.

    Bij Beschikbare hoeveelheid wordt automatisch de som ingevuld van de hoeveelheden van het artikel in alle bergruimten van het geselecteerde Magazijn minus de hoeveelheid die momenteel aan werkorders is toegewezen. Bedrijfsmiddel-ID en Uren gereedschap worden beschermd.

    U kunt geen uitgiften van artikelen die per bedrijfsmiddel zijn getraceerd distribueren naar Alle objecten op een werkorder met meerdere objecten. Als Alle objecten voor het Object is geselecteerd, worden in het zoekvak van Artikel alleen unieke artikelen weergegeven die zijn uitgegeven aan de kopgegevens van de werkorder of aan een van de gerelateerde werkorders.

    Als u een per bedrijfsmiddel getraceerd artikel uitgeeft aan een specifiek Object op een werkorder met meerdere objecten, worden in het zoekvak van Artikel alleen de artikelen weergegeven die aan de afzonderlijke objectrecord op de Gerelateerde werkorder zijn uitgegeven.

    Bergruimte
    Selecteer hier de bergruimte waaruit u het artikel wilt uitgeven.

    Indien van toepassing wordt de standaardbergruimte voor het artikel opgegeven. Wanneer u een Bergruimte selecteert, wordt de Beschikbare hoeveelheid bijgewerkt met de hoeveelheid van het artikel in de geselecteerde Bergruimte min de artikelhoeveelheid die momenteel vanuit die Bergruimte is toegewezen aan werkorders.

    De velden Eenheid beschikbare hoeveelheid en Eenheid transactiehoeveelheid worden automatisch ingevuld.
    Partij
    Selecteer de partij waaruit u het artikel wilt uitgeven.

    Vervaldatum, Serienummer en Partijnummer producent worden automatisch gevuld.

    Transactiehoeveelheid
    Voer hier de hoeveelheid van het artikel in die u wilt toewijzen.

    Als het uit te geven artikel per bedrijfsmiddel wordt getraceerd, wordt automatisch Traceren per bedrijfsmiddel geselecteerd, wordt 1 ingevoerd als Transactiehoeveelheid en moet u een Bedrijfsmiddel-ID voor het artikel invoeren. Bij Beschikbare hoeveelheid wordt de totale artikelhoeveelheid ingevuld die momenteel beschikbaar is.

    NB

    Wanneer artikelen worden uitgegeven die per bedrijfsmiddel worden getraceerd, kunt u bij Transactiehoeveelheid geen waarde invoeren die groter is dan 1. Als u meerdere hoeveelheden van een per bedrijfsmiddel getraceerd artikel wilt uitgeven, moet u het artikel op afzonderlijke regels toevoegen aan de lijst Transactiegegevens met een Transactiehoeveelheid van 1 totdat het aantal van het artikel is bereikt dat u wilt uitgeven. Het veld Traceren per bedrijfsmiddel is standaard verborgen.

    Als artikelen worden uitgegeven aan een werkorder met meerdere objecten waarvoor Alle objecten is geselecteerd, kunnen artikelen die per bedrijfsmiddel zijn getraceerd niet worden uitgegeven. De Transactiehoeveelheid wordt dan gelijkmatig over alle gerelateerde werkorders verdeeld.

    Hoeveelheid afdrukken
    Geef hier het aantal etiketten op dat u wilt afdrukken.

    Hoeveelheid afdrukken wordt automatisch ingesteld op basis van de instelling van Standaardaantal etiketten op het tabblad Magazijnen van het scherm Artikelen:

    • Als deze optie is ingesteld op Geen etiketten, is Hoev. afdrukken null.
    • Als deze optie is ingesteld op Losse etiketten, is Hoev. afdrukken 1.
    • Als deze optie is ingesteld op Etiket voor elk artikel, is Hoev. afdrukken gelijk aan Ontvangsthoeveelheid, maar u kunt Hoev. afdrukken desgewenst wijzigen.

      Een aanpassing van Hoev. afdrukken is niet van invloed op de Ontvangsthvh.

  3. Klik op Toevoegen aan lijst.
    NB

    De lijst Transactiegegevens fungeert als buffer waarin de uit te geven artikelen tijdelijk worden opgeslagen. Pas wanneer de transactie wordt bevestigd worden de artikelen feitelijk uitgegeven. U kunt desgewenst artikelen toevoegen/verwijderen voordat u de transactie bevestigt en de gegevens in de database opslaat. Klik op Artikel toevoegen als u extra artikelen wilt toevoegen aan de uitgifte.

    Als u een artikel wilt verwijderen, selecteert u het betreffende artikel en klikt u op Verwijderen van lijst. De lijst met Transactiegegevens wordt bijgewerkt.

  4. Klik op Transactie bevestigen. De artikelen worden uitgegeven en voor het uitgevende magazijn wordt een voorraadtransactie van het type I aangemaakt met een negatieve hoeveelheid voor de uitgifte.
    NB

    Klik op Etiket(ten) afdrukken als u etiketten wilt afdrukken voor de uitgiftetransactie.

    Als de installatieparameter AUTOPART op AUTO staat, wordt bepaald of elk artikel aan de lijst Gekoppelde artikelen van het object is gekoppeld. Als een van de artikelen niet aan de lijst Gekoppelde artikelen van het object is gekoppeld, wordt de lijst bijgewerkt met de artikelen en wordt de Transactiehoeveelheid als de gekoppelde Hoeveelheid van het artikel toegewezen. Als een artikel al is gekoppeld, maar de Transactiehoeveelheid groter is dan de bestaande gekoppelde Hoeveelheid, wordt de gekoppelde Hoeveelheid bijgewerkt met de Transactiehoeveelheid. De bestaande gekoppelde Hoeveelheid wordt niet bijgewerkt als de Transactiehoeveelheid niet groter is.

    Als de installatieparameter AUTOPART op AUTO-TAG staat, gebeurt hetzelfde als wanneer deze parameter op AUTO staat, behalve als het object een positie is, een of meer onderliggende entiteiten heeft en slechts één van deze onderliggende entiteiten een bedrijfsmiddel is. In dit geval wordt het onderliggende bedrijfsmiddel bijgewerkt in plaats van het object.