Kopgegevens voor standaardwerkorders definiëren

Eerst moet u de kopgegevens voor een standaardwerkorder definiëren. Dit zijn de elementaire gegevens van een werkorder.

Om de kopgegevens van een standaardwerkorder te definiëren moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Werk > Werkorderplanning > Standaardwerkorders.
  2. Klik op Nieuwe record.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Organisatie
    Voer hier de organisatie in waartoe de standaardwerkorder behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
    Standaard werkorder
    Voer hier een unieke code in voor de standaardwerkorder en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
    Probleemcode
    Geef hier de code van het probleem op.
    Objectklasse
    Geef hier de klasse op van het object waaraan moet worden gewerkt. De getoonde klassen behoren tot de entiteit OBJ.
    Categorie
    Voer hier de objectcategorie in waarop de standaardwerkorder van toepassing is.
    Klasse
    Geef hier de klasse voor het werk op. De getoonde klassen behoren tot de entiteit STWO.
    Sjabloon
    Selecteer deze optie als u een standaardwerkordersjabloon wilt aanmaken waaraan u onderliggende werkorders wilt koppelen.
    NB

    Als u een sjabloonwerkorder aanmaakt, moet u een Tijdsduur opgeven die groter is dan de totale duur van alle onderliggende werkorders.

    Werkordertype
    Selecteer hier het type werkorder voor de standaardwerkorder.
    Tijdsduur
    Voer hier de duur in van de standaardwerkorder (in dagen).
    Werkorderklasse
    Voer hier de werkorderklasse van de standaardwerkorder in.
    Prioriteit
    Selecteer hier de prioriteit van de standaardwerkorder.
  4. Klik op Record opslaan.