Kopgegevens voor standaardwerkorders definiëren
Eerst moet u de kopgegevens voor een standaardwerkorder definiëren. Dit zijn de elementaire gegevens van een werkorder.
Om de kopgegevens van een standaardwerkorder te definiëren moet u het volgende doen:
- Selecteer Werk > Werkorderplanning > Standaardwerkorders.
- Klik op Nieuwe record.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Organisatie
- Voer hier de organisatie in waartoe de standaardwerkorder behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
- Standaard werkorder
- Voer hier een unieke code in voor de standaardwerkorder en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
- Probleemcode
- Geef hier de code van het probleem op.
- Objectklasse
- Geef hier de klasse op van het object waaraan moet worden gewerkt. De getoonde klassen behoren tot de entiteit OBJ.
- Categorie
- Voer hier de objectcategorie in waarop de standaardwerkorder van toepassing is.
- Klasse
- Geef hier de klasse voor het werk op. De getoonde klassen behoren tot de entiteit STWO.
- Sjabloon
- Selecteer deze optie als u een standaardwerkordersjabloon wilt aanmaken waaraan u onderliggende werkorders wilt koppelen.
NB
Als u een sjabloonwerkorder aanmaakt, moet u een Tijdsduur opgeven die groter is dan de totale duur van alle onderliggende werkorders.
- Werkordertype
- Selecteer hier het type werkorder voor de standaardwerkorder.
- Tijdsduur
- Voer hier de duur in van de standaardwerkorder (in dagen).
- Werkorderklasse
- Voer hier de werkorderklasse van de standaardwerkorder in.
- Prioriteit
- Selecteer hier de prioriteit van de standaardwerkorder.
- Klik op Record opslaan.