Kopgegevens voor normale werkorders definiëren
U kunt kopgegevens voor werkorders op het tabblad Recordweergave van het scherm Werkorders opgeven.
Als u een bewerkbare kopie van de record wilt aanmaken met daarin dezelfde kopgegevens, klikt u met de rechtermuisknop op het tabblad Recordweergave en kiest u vervolgens de optie Record kopiëren.
Via het scherm Werkorders kunt u ook inspectieroutes aan werkorders koppelen.
Het scherm bevat gedeelten die kunnen worden samengevouwen.
- Selecteer Werk > Werkorders.
- Klik op Nieuwe record.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Organisatie
- Geef hier de organisatie op waartoe de werkorder behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
- Werkorder
- Voer in het veld ernaast een omschrijving van het benodigde werk in. Wanneer u de record opslaat, wordt automatisch een werkordernummer toegewezen.
- Objecten
- Geef hier het object op waaraan het werk moet worden uitgevoerd.
NB
Veiligheid wordt automatisch ingeschakeld als deze optie in de Locatierecord is geselecteerd.
Meerdere objecten wordt automatisch ingeschakeld als u extra objecten aan de werkorder toevoegt en deze beschermd is.
- Type
- Kies een van de volgende opties:
Type Omschrijving Storing Selecteer deze optie om een werkorder aan te maken als reactie op een storing of defect van een object. Kalibratie Selecteer deze optie om een kalibratiewerkorder aan te maken. PO Selecteer deze optie om een werkorder voor preventief onderhoud aan te maken. Te repareren Selecteer deze optie om een werkorder aan te maken voor repareerbare onderdelen. Als u een werkorder maakt voor repareerbare onderdelen, moet u ook de onderdelen die moeten worden gerepareerd toevoegen op het tabblad Reparatieartikelen. Standaard werkorder Selecteer deze optie om een standaardwerkorder aan te maken.
NBDe eerder genoemde werkordertypen zijn standaard in het systeem aanwezig. U kunt zelf ook werkordertypen aanmaken.
- Afdeling
- De afdeling opgeven
- Afdrukken
- Selecteer deze optie als u wilt dat de werkorder wordt afgedrukt wanneer werkorders batchgewijs worden afgedrukt. NB
Zodra de werkorder is afgedrukt, wordt automatisch Afgedrukt ingeschakeld en Afdrukken uitgeschakeld.
- Status
- Selecteer een van de volgende opties:
- Vrijgegeven
- Selecteer deze optie als u een werkorder wilt aanmaken.
- Werkaanvraag
- Selecteer deze optie als u een werkaanvraag wilt aanmaken.
NB
Als u Werkaanvraag selecteert als Status, moet de werkaanvraag worden goedgekeurd en de status Vrijgegeven krijgen, voordat er activiteiten kunnen worden gedefinieerd, capaciteit kan worden gepland en geboekt enzovoort.
- Veiligheid
- Selecteer deze optie als er bepaalde veiligheidsmaatregelen in acht moeten worden genomen voor dit werk.
- Garantie
- Selecteer deze optie als het object onder garantie valt.
- Afhankelijk
- Selecteer deze optie om de werkorder open te houden tot alle onderliggende werkorders gereedgemeld zijn.
-
Voer de volgende details van lineaire referenties.
- Beginpunt
- Geef hier het punt op het lineaire object op vanaf waar de werkorder moet worden uitgevoerd.
- Omschrijving ref.
- Geef hier een omschrijving op voor Beginpunt.
- Geografische ref.
- Voer hier een geografische referentie voor het Beginpunt in.
- Eindpunt
- Geef hier het punt op het lineaire object op tot waar de werkorder moet worden uitgevoerd.
- Omschrijving ref.
- Geef hier een omschrijving op voor Eindpunt.
- Geografische ref.
- Voer hier een geografische referentie voor het Eindpunt in.
- Inspectierichting
- Voer hier de richting in waarin de inspectie op het lineaire object wordt begonnen.
- Stroom
- Voer hier de richting in waarin het verkeer zich op een lineair object voortbeweegt, bijv. auto's die zich op snelweg 185 in noordzuidelijke richting voortbewegen.
-
Voer hier informatie in over de productiegegevens:
- Productieprioriteit
- Voer hier de prioriteit van productie voor de werkorder in.
-
Voer hier de volgende werkordergegevens in:
- Locatie
- Voer hier de locatie in waar het werk moet worden uitgevoerd.
- Klasse
- Voer hier de klasse voor de werkorder in.
- Probleemcode
- Voer hier de code voor het type probleem in.
- Bovenliggende werkorder
- Voer hier de code van de bovenliggende werkorder van de werkorder in. De volgende velden worden automatisch ingevuld:
Kritiek geeft het object in de werkaanvraag aan. Kritiek belang wordt alleen ingevuld als u een Object hebt geselecteerd waaraan een code voor kritiek belang is gekoppeld. Dit veld wordt beschermd.
PO-code geeft de PO-werkorder aan op basis waarvan de werkorder is gegenereerd. PO-code wordt alleen ingevuld als de werkorder is gegenereerd op basis van een PO-werkorder.
Opdrachtnummer producent geeft het nummer van het wijzigingsbericht voor het object op de werkorder aan.
Planningssessie geeft de MS Project-planningssessie aan die is gekoppeld aan het object op de werkorder.
Klant is de klant (voor bedrijfsmiddelenbeheer) die aan het object op de werkorder is gekoppeld.
Eigendom is het eigendom (voor bedrijfsmiddelenbeheer) dat aan het object op de werkorder is gekoppeld.
Naam beller is de naam van de persoon die heeft gebeld om het probleem te melden.
Afwijzingsreden is de reden waarom de werkorder is afgewezen.
Heropend wordt automatisch geselecteerd als de werkorder wordt afgesloten en vervolgens opnieuw wordt geopend.
- Standaard werkorder
- Voer hier de standaardwerkorder in als die is opgeslagen in de systeembibliotheek. De activiteiten van de standaardwerkorder worden naar de huidige werkorder gekopieerd. Als de standaardwerkorder een sjabloon is, worden onderliggende werkorders aangemaakt zoals dat voor de standaardwerkorder is gedefinieerd.
- Prioriteit
- Geef hier de prioriteit voor de werkorder op.
- Kostencode
- Voer hier de kostencode voor de werkorder in.
- Streefwaarde
- Voer hier de verwachte maximumkosten van de werkorder in.
- Storingscode
- Voer hier de oorzaak van de storing aan het object in.
- Actiecode
- Voer hier de actie in die is ondernomen om het probleem op te lossen.
- Oorzaakcode
- Voer hier de code voor de hoofdoorzaak van het probleem in. De volgende velden worden automatisch ingevuld:
Route is de inspectieroute waarvan het object deel uitmaakt.
Inspectiestatus is de huidige status van de inspectieroute waarvan het object deel uitmaakt.
- Kosten stilstand
- Voer hier de kosten in die voortkomen uit stilstand van het object als gevolg van een storing.
- Uren stilstand
- Voer hier het aantal uren in dat het object niet kon worden gebruikt als gevolg van een storing. De volgende velden worden automatisch ingevuld:
Het veld Laatste meterstand wordt automatisch gevuld met de waarde van de laatste meterstand en de eenheid van de meterstand in het veld ernaast.
Triggergebeurtenis is de MS Project-planningssessie die is gekoppeld aan het object op de werkorder.
Klantencontract wordt automatisch ingevuld als er een contract aan de werkorder is gekoppeld of als er klantkosten zijn berekend met de module Services voor bedrijfsmiddelenbeheer.
Oorspronkelijke PO-vervaldatum wordt automatisch ingevuld als de werkorder afkomstig is van een PO.
NBIndien van toepassing wordt Klantencontract ingevuld op basis van aan de werkorder gekoppelde projecten, objecten en locaties. Eerst wordt bepaald of de werkorder aan een klantencontract is gekoppeld. Vervolgens wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van klantencontracten die horen bij een project dat aan de werkorder is gekoppeld (inclusief onderliggende projecten). Daarna wordt gecontroleerd op de objecten van de werkorder (en onderliggende objecten) en ten slotte op de locatie van de werkorder (en onderliggende locaties).
-
Geef de volgende informatie over callcentergegevens op:
- Bruikbaarheid object
- Voer hier de code voor de bruikbaarheid van het object in.
- Toegezegde datum tijdelijke oplossing
- Voer hier de datum in waarop het werk tijdelijk zal zijn opgelost, indien er een datum aan de klant is toegezegd.
- Provider
- Voer hier de provider in.
- Servicecategorie
- Voer hier de servicecategorie in.
- Toegezegde datum permanente oplossing
- Voer hier de datum in waarop het werk permanent zal zijn opgelost, indien er een datum aan de klant is toegezegd.
- Datum voltooid tijdelijke oplossing
- Voer hier de datum in waarop de tijdelijke oplossing is voltooid.
- Serviceprobleemcode
- Voer hier de serviceprobleemcode in.
- Werkadres
- Voer hier het adres in of de kruising waar het werk is aangevraagd.
-
Geef de volgende activiteitsgegevens in:
- Activiteit
- Voer hier een waarde in als u een nieuwe activiteit wilt aanmaken om aan de werkorder te koppelen.
- Vakgroep
- Voer hier de vakgroep in die vereist is om de activiteit uit te voeren.
NB
Als u in het gedeelte Activiteit van het tabblad Vakgroep, Uren geschat of Capaciteit benodigd invult, wordt automatisch een activiteit voor deze werkorder aangemaakt.
U kunt een activiteitenrecord verwijderen wanneer u de waarde uit het veld Vakgroep verwijdert.
- Taakplan
- Voer hier de taakplancode in voor de activiteit.
- Materiaallijst
- Voer hier de code in voor de materiaallijst waarop de artikelen staan die voor de werkorder nodig zijn.
- Uren geschat
- Geef hier het aantal uren op dat de activiteit naar verwachting zal kosten. Bij Niet-gebruikte uren wordt automatisch het geschatte aantal uren ingevuld dat voor de activiteit resteert. U kunt dit veld op elk gewenst moment tijdens de levenscyclus van de werkorder aanpassen.
- Begindatum activiteit
- Einddatum activiteit
- Voer hier de begin- en einddatum in voor de activiteit die gekoppeld is aan de werkorder.
- Capaciteit benodigd
- Voer hier het aantal personen in dat nodig is om de activiteit uit te voeren.
-
Geef de volgende gegevens over Planning op:
- Gemeld door
- Voer hier de medewerker in die het werk aanvraagt.
- Gemeld op
- Geef hier de datum en het tijdstip op waarop het probleem is gemeld. NB
Als de installatieparameter BOOKDATE op ON staat, is het niet toegestaan om uren te boeken voor capaciteit voor een datum die vroeger valt dan de melddatum (Gemeld op). Als BOOKDATE op OFF staat, kunt u uren boeken zonder enige datumbeperkingen ten aanzien van Gemeld op.
Hier volgen enkele beperkingen die gelden voor het boeken van uren:
- Er wordt gecontroleerd of de Datum gewerkt niet vóór de datum bij Gemeld op valt voor de werkorder.
- Er wordt gecontroleerd of de Datum gewerkt niet vóór of op de Datum voltooid (indien ingevuld) valt voor de werkorder
- Er wordt gecontroleerd of de Datum gewerkt niet later valt dan de huidige systeemdatum en -tijd.
- Er wordt ook gecontroleerd of de Datum gewerkt in de periode valt die is gedefinieerd door Geplande begindatum en Geplande einddatum voor de activiteit van de werkorder.
- Toegewezen door
- Voer hier de persoon in die de order heeft toegewezen.
- Toegewezen aan
- Geef hier de persoon op die verantwoordelijk is voor de werkorder.
- Geplande begindatum
- Geplande einddatum
- Geef hier de begin- en einddatum op voor de werkorder.
- Aangevraagde begindatum
- Aangevraagde einddatum
- Geef hier de aangevraagde begin- en einddatum voor de werkorder op.
- Begindatum
- Voer hier de datum in waarop de werkorder in werkelijkheid is begonnen.
- Datum voltooid
- Voer hier de datum in waarop de werkorder in werkelijkheid is gereedgemeld.
- Dienst
- Voer hier de dienst in waarin het werk moet worden uitgevoerd.
- Projectbudget
- Voer hier het project en projectbudget in om die aan de werkorder te koppelen.
NB
U kunt geen bevroren project/budget selecteren.
- Serviceaanvraag
- Indien gevuld, bevat het veld Serviceaanvraag een hyperlink naar de serviceaanvraag die aan de werkorder is gekoppeld. Klik op het nummer om de betreffende serviceaanvraag weer te geven.
-
Klik op Record opslaan.
NB
Als u een GIS-kaart wilt weergeven en aan de werkorder wilt koppelen, klikt u met de rechtermuisknop op het scherm en kiest u GIS-kaart weergeven.
Als de werkorder is bestemd voor een met GIS geïntegreerd lineair object, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u vervolgens GIS-kaart weergeven om Beginpunt of Eindpunt via de kaart van de werkorder aan te passen.
Als u een klantfactuur wilt aanmaken voor de werkorder (voor een klantencontract betreffende services voor bedrijfsmiddelen), klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u vervolgens Klantfactuur aanmaken. Alle klantkosten voor de werkorder die aan het klantencontract zijn gekoppeld, worden berekend en er wordt een klantfactuurrecord gegenereerd.
Als u een standaardwerkorder op basis van een algemene werkorder wilt aanmaken om deze eenvoudig te kopiëren, klikt u met de rechtermuisknop op een bestaande werkorder en klikt u vervolgens op Standaardwerkorder aanmaken. Het pop-upvenster Standaardwerkorder aanmaken wordt weergegeven. Geef Nieuwe standaardwerkorder op en geef vervolgens een omschrijving voor de nieuwe standaardwerkorder op. Geef Organisatie op en klik vervolgens op Bevestigen.
Als u de voortgang van een werkorder wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op het scherm en kiest u vervolgens Gebeurtenissenlogboek.
Als u een garantievordering voor de werkorder wilt aanmaken, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u vervolgens Garantievordering aanmaken.Als u een productieaanvraag wilt aanmaken met de Status Niet gereed, geeft u Werkorder en Productieprioriteit op en klikt u met de rechtermuisknop op het scherm. Vervolgens kiest u Productieaanvraag aanmaken. Een productieaanvraag met de Status Niet gereed wordt aangemaakt.
Als u een productieaanvraag wilt aanmaken met de Status Goedgekeurd, geeft u Werkorder en Productieprioriteit op en klikt u met de rechtermuisknop op het scherm. Vervolgens kiest u Productieorder aanmaken. Er wordt een productieaanvraag aangemaakt met de Status Goedgekeurd. De productieaanvraag wordt opgehaald.