Schema's preventief onderhoud definiëren
U kunt de werkorder voor preventief onderhoud (PO-werkorder) en de planning ervan definiëren. PO-werkorders kunnen worden gebaseerd op meters (standen die worden opgenomen na een bepaalde mate van gebruik), op gebruiksfrequentie (standen die worden opgenomen na een bepaalde periode) of op beide.
U moet hierbij "grenzen" definiëren aan de hand waarvan werkorders worden gegenereerd. Bepaal wat de waarden voor de OK-grens %, Dichtbij grens % en Vrijgave-grens % moeten worden, gebaseerd op een percentage van de meter of frequentie. Stel bijvoorbeeld dat OK-grens % 25% bedraagt en de frequentie van het PO-schema staat op 60 dagen. Dit wil zeggen dat gedurende 15 dagen (25% van 60) na het afsluiten van de PO-werkorder, het werk niet opnieuw hoeft te worden gedaan als het object defect raakt. Met Dichtbij grens % wordt aangegeven dat wanneer er een storing optreedt binnen deze grens, het verstandig kan zijn om het PO uit te voeren samen met het onderhoud voor de storing. De werkorder wordt gegenereerd zodra de Vrijgave-grens (%) is bereikt.
U kunt alleen werkorders toevoegen, bijwerken en verwijderen als u daartoe geautoriseerd bent.
Om schema's voor preventief onderhoud te definiëren moet u het volgende doen:
- Selecteer Werk > Werkorderplanning > PO-schema's.
-
Klik op Nieuwe record.
Bij Aanvrager wordt automatisch de Gebruiker-ID van de aangemelde gebruiker ingevuld en bij Aangevraagd op de datum van vandaag. Bij Goedgekeurd op wordt automatisch de systeemdatum en -tijd ingevuld van het moment waarop het PO de status Goedgekeurd krijgt. Telkens wanneer het PO-schema wordt vrijgegeven/bijgewerkt, wordt ook een Revisie-nummer ingevuld.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Organisatie
- Voer hier de organisatie in waartoe het PO-schema behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
- PO-schema
- Voer hier een unieke code voor het PO-schema in en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
- Type
- Voer hier het type PO-schema in. In de volgende lijst vindt u de standaardwaarden voor de verschillende statuswaarden:
-
- Vast
- Selecteer deze optie als het PO moet worden uitgegeven volgens een vast schema, bijvoorbeeld gebaseerd op de datum of meterstand waarop het laatste PO oorspronkelijk zou vervallen.
-
- Variabel
- Selecteer deze optie als het PO moet worden uitgegeven volgens een variabel schema, gebaseerd op de datum of meterstand waarop het laatste PO werd voltooid.
-
- Dubbel
- Selecteer deze optie om het mogelijk te maken dat er meerdere PO-werkorders tegelijk geopend zijn.
NB
Als u Duplicaat als het PO-type selecteert, kunt u een uitzondering maken op de regel dat een object van een PO slechts één werkorder voor de PO-werkorder tegelijk mag hebben.
-
- Niet in gebruik
- Selecteer deze optie om het PO-schema niet te laten weergeven in zoekvakken.
- Klasse
- Voer hier de klasse van het PO. De getoonde klassen behoren tot de entiteit PPM.
- Werkpakket
- Selecteer deze optie om aan te geven dat dit PO-schema deel uitmaakt van een werkpakket. Bij Plan wordt automatisch het PO-plan ingevuld.
-
Geef een van de volgende opties op:
-
- Uitvoeren om de
- Als het PO-schema is gebaseerd op het verstrijken van een bepaalde tijdsperiode
- Voer hier de tijdsduur in die verstreken moet zijn voordat de volgende PO-werkorder wordt gegenereerd en selecteer vervolgens de eenheid voor de PO-periode in het veld ernaast. De eenheid voor de PO-periode kan dagen, weken, maanden, kwartalen en jaren zijn.
-
- Meterinterval
- Het PO-schema uitgaat van meterstanden
- Voer bij Meterinterval en/of Interval meter 2, het interval in dat moet verstrijken tussen elke PO-werkorder en voer in het veld ernaast de bijbehorende eenheid in.
NB
U kunt voor een PO meer dan één interval opgeven. Stel dat u de olie van een vrachtwagen om de 5000 kilometer wilt vervangen. Dit is het Meterinterval. Maar misschien wilt u de olie van die vrachtwagen ook wel verversen wanneer de vrachtauto 720 uur gereden heeft. Dit is dan Interval meter 2. Voer waarden in bij Meterinterval en Interval meter 2 en geef eventueel de eenheid van de meter op. Als u echter een waarde wilt kunnen invoeren bij Interval meter 2 moet er een waarde zijn ingevoerd bij Meterinterval.
-
-
Geef een van de volgende opties op voor Nestingreferentie:
-
- Als u een nestingreferentie naar een bestaand preventief onderhoud wilt aanmaken
- Geef een eerder gepland PO in.
-
- Als u een naam wilt definiëren als identificatie voor het PO-schema dat u wilt aanmaken voor nesting
- Voer een naam voor het PO-schema in dat u voor nestingreferenties wilt gebruiken. Wanneer het PO-schema is opgeslagen in de database, wordt de door u ingevoerde naam weergegeven in het zoekvak voor Nestingreferentie, zodat u een koppeling kunt maken tussen dit PO-schema en andere PO-schema's.
-
-
Geef de volgende gegevens op:
- Status voltooid
- Geef hier de status op die moet worden toegewezen aan werkorders voor klein preventief onderhoud die automatisch worden overgeslagen en afgesloten op het moment dat dit PO wordt vrijgegeven op basis van een nestingreferentie.
- Geschatte werklast
- Geef hier het aantal uren op dat naar verwachting nodig is om de werkorder uit te voeren.
- Nestingbuffer (-/+)
- Voer hier het percentage van de nestingbuffer in. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Uitvoeren om de voor klein preventief onderhoud dat op tijd is gebaseerd. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Meterinterval en/of Interval meter 2 voor preventief onderhoud dat op een meterstand is gebaseerd.
Voor preventief onderhoud op basis van tijd én meterstand geldt dat het product van deze berekening wordt toegepast op het bijbehorende groot preventief onderhoud om zo de achterwaartse nestingperiode te kunnen bepalen van de vervaldatum van het groot preventief onderhoud. In dit veld wordt automatisch 25 ingevuld, maar u kunt zelf elke waarde invoeren tussen 0 en 99999.
NBNestingbuffer (-/+) houdt alleen verband met preventief onderhoud op basis van tijd.
- Meter 1 nestingbuffer (-/+)
- Voer hier het percentage van de nestingbuffer voor de eerste meter in. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Uitvoeren om de voor klein preventief onderhoud dat op tijd is gebaseerd. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Meterinterval en/of Interval meter 2 voor preventief onderhoud dat op een meterstand is gebaseerd.
Voor preventief onderhoud op basis van tijd én meterstand geldt dat het product van deze berekening wordt toegepast op het bijbehorende groot preventief onderhoud om zo de achterwaartse nestingperiode te kunnen bepalen van de vervaldatum van het groot preventief onderhoud. In dit veld wordt automatisch 25 ingevuld, maar u kunt zelf elke waarde invoeren tussen 0 en 99999.
- M2 nestingbuffer (-/+)
- Voer hier het percentage van de nestingbuffer voor de tweede meter in. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Uitvoeren om de voor klein preventief onderhoud dat op tijd is gebaseerd. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met de waarde die is opgegeven bij Meterinterval en/of Interval meter 2 voor preventief onderhoud dat op een meterstand is gebaseerd.
Voor preventief onderhoud op basis van tijd én meterstand geldt dat het product van deze berekening wordt toegepast op het bijbehorende groot preventief onderhoud om zo de achterwaartse nestingperiode te kunnen bepalen van de vervaldatum van het groot preventief onderhoud. In dit veld wordt automatisch 25 ingevuld, maar u kunt zelf elke waarde invoeren tussen 0 en 99999.
NBU kunt een achter- en voorwaartse nestingbuffer invoeren voor Uitvoeren om de of voor Meterinterval en/of Interval meter 2. Voer indien nodig een waarde in bij Nestingbuffer (- / +), Meter 1 nestingbuffer (- / +) en Meter 2 nestingbuffer (- / +) voor elk PO-interval.
- OK-tijdsperiode
- Voer hier de waarde in die moet worden gebruikt voor de OK-grens.
- Dichtbij grens
- Voer hier de waarde in die moet worden gebruikt voor de Dichtbij-grens.
- Vrijgave-grens
- Voer hier de waarde in die moet worden gebruikt voor de Vrijgave-grens.
- Uitvoeren op
- Voer hier de week in van de maand waarin, en de dag van de week waarop het werk aan het object wordt uitgevoerd, zoals de tweede dinsdag van de komende maand. Selecteer scenario's voor Laatst uit te voeren waarin er vijf weken in een maand zijn De vervaldatum wordt op de laatste week van de maand ingesteld.
NB
Uitvoeren op is alleen beschikbaar voor duplicaat-PO's en niet voor dag- of weekfrequenties.
- Productieprioriteit
- Voer hier de productieprioriteit in die aan resulterende werkorders moet worden toegewezen.
NB
Omschrijving productieprioriteit wordt ingevuld in resulterende PO-werkorders met objecten waarvoor Resources traceren is ingeschakeld.
- Buffer aangevraagde begindatum (dagen)
- Geef hier het aantal dagen op voor de aangevraagde begindatum van de buffer.
NB
Aangevraagde begindatum wordt op basis van deze buffer ingevuld in resulterende PO-werkorders met objecten waarvoor Resources traceren is ingeschakeld.
- Buffer aangevraagde einddatum (dagen)
- Geef hier het aantal dagen op voor de aangevraagde einddatum van de buffer.
NB
Aangevraagde einddatum wordt op basis van deze buffer ingevuld in resulterende PO-werkorders met objecten waarvoor Resources traceren is ingeschakeld.
- Revisiestatus
- Selecteer hier de status van de huidige revisie van het PO-schema.
- Revisiereden
- Voer hier een uitleg in over revisies van het PO-schema.
- Revisiestatus
- Voer hier de revisiestatus voor de route in.
NB
U kunt een Revisiestatus alleen invoeren als de installatieparameter PMRVCTRL op Yes staat. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.
- Werkordertype
- Selecteer hier het type werkorder voor het PO-schema.
- Tijdsduur
- Voer hier de duur van de werkorder voor het PO-schema in.
- Goedkeuringslijst
- Voer hier de goedkeuringslijst van het PO-schema in.
- Werkorderklasse
- Voer hier de klasse voor de werkorder in. De getoonde klassen behoren tot de entiteit EVNT.
- Manager
- Voer hier de manager (toezichthouder) van het PO-schema in.
- Prioriteit
- Selecteer hier de prioriteit van het PO-schema.
- Klik op Record opslaan.