Activiteiten voor PO-werkorders definiëren

U kunt activiteiten voor PO-werkorders definiëren.

  1. Selecteer Werk > Werkorderplanning > PO-schema's.
  2. Selecteer het PO-schema waarvoor u activiteiten wilt definiëren en klik op het tabblad Activiteiten.
  3. Klik op Activiteit toevoegen.
    Bij Activiteit wordt automatisch het volgende beschikbare regelnummer ingevuld. Bij Capaciteit benodigd, Begin en Tijdsduur wordt automatisch de standaardwaarde 1 ingevuld.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Activiteit
    Geef hier een unieke code voor het activiteitnummer op. Als u hier niets invoert, wordt er automatisch een nummer ingevuld, te beginnen bij 1 waarbij voor elke record 1 wordt opgeteld.
    Vakgroep
    Geef hier de vakgroep op die deze activiteit moet uitvoeren.
    Taak
    Geef hier de taakcode voor deze activiteit op.
    Taakhoeveelheid
    Geef hier het benodigde aantal eenheden van de taak voor de activiteit op en geef vervolgens een eenheid op in het veld ernaast.
    Materiaallijst
    Geef hier de materiaallijst voor deze activiteit op.
    Uren geschat
    Voer hier het aantal uren in dat naar verwachting nodig is voor de activiteit.
    Capaciteit benodigd
    Voer hier het aantal personen in dat nodig is om de activiteit te voltooien.
    Starten
    Geef hier een 1 op als de activiteit op dezelfde dag moet beginnen als de dag waarop de standaardwerkorder begint. Geef hier een 2 op als de activiteit moet beginnen op dag 2 van de standaardwerkorder enzovoort.
    Tijdsduur
    Voer hier de duur van de activiteit in (in dagen).
    Ingehuurde capaciteit
    Selecteer deze optie om aan te geven dat de activiteit wordt uitgevoerd door een externe bron.
    Type capaciteit
    Geef hier het type gewerkte uren voor de activiteit op.
    NB

    Dit veld is alleen beschikbaar wanneer Ingehuurde capaciteit is geselecteerd.

    Leverancier
    Voer hier de leverancier voor de activiteit in.
    NB

    Dit veld is alleen beschikbaar wanneer Ingehuurde capaciteit is geselecteerd.

    Geef de volgende gegevens alleen op als u werkt met het Vehicle Maintenance Reporting System (VMRS) van de American Trucking Association. Dit systeem heet nu EMRS in de applicatie:

    NB

    Het hangt van uw systeemconfiguratie af of de EMRS-velden al dan niet worden weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.

    Reden voor reparatie
    Geef hier de reden op waarom het voertuig moet worden gerepareerd (Code Key 14).
    Uitgevoerd werk
    Geef hier het werk op dat op het voertuig is uitgevoerd (Code Key 15).
    Storingsreden monteur
    Geef hier de reden op waarom het voertuig volgens de monteur of leverancier defect is gegaan (Code Key 18).
    Producent
    Geef hier de fabrikant-/leverancierscode (Code Key 34) op die u aan het voertuig wilt koppelen.
    Systeemniveau
    Geef hier de EMRS-code op voor het systeem (bijvoorbeeld remmen, chassis of ophanging) dat moet worden gerepareerd (codesleutel 31).
    Deelniveau
    Geef hier de EMRS-code op voor het deelsysteem dat moet worden gerepareerd (codesleutel 32). De beschikbare waarden zijn gebaseerd op de code van het systeemniveau.
    Componentniveau
    Geef hier de EMRS-code op voor het specifieke onderdeel of artikel dat moet worden gerepareerd (codesleutel 33). De beschikbare waarden zijn gebaseerd op een combinatie van de code van het systeemniveau en die van het deelniveau.
    Opmerking bij activiteit
    Geef hier opmerkingen voor de activiteit op.
  5. Klik op Bevestigen.