Objectparameters voor PO-prognose definiëren

U kunt parameters definiëren op basis waarvan u de objecten en PO's selecteert waarvoor u preventief onderhoud wilt prognosticeren.

  1. Selecteer Werk > Werkorderplanning > PO-prognose.
  2. Geef de volgende gegevens op:
    Parameterlijst
    Selecteer de opgeslagen selectieparameters.
    Startdatum prognose
    Voer hier de geschatte begindatum voor de prognosesessie in.
    Einddatum prognose
    Voer hier de geschatte einddatum voor de prognosesessie in.
    Sessiecode
    Voer hier de ID voor de sessie in.
    NB

    Voer de Sessie-ID in indien u werkt in een bestaande sessie. Indien u een nieuwe sessie aanmaakt, wordt automatisch het veld Sessie-ID ingevuld nadat u op Verwerken hebt geklikt.

    Objecten
    Voer hier het object in waarvoor u preventief onderhoud wilt prognosticeren.
    Hoogste niveau
    Voer hier het object van het hoogste niveau in. Het tabblad Voorbeeld bevat geen objecten die zich boven het geselecteerde object in de structuur bevinden.
    Type
    Voer hier het type object in.
    Klasse
    Voer hier de klasse van het object in.
    Categorie
    Voer hier de objectklasse van het object in.
    Kritiek belang
    Voer hier de code kritiek belang in om het relatieve belang aan te geven van het object in relatie tot de algehele productie van PO.
  3. Geef de volgende gegevens over PO-parameters op:
    PO-schema
    Voer hier het PO-schema in.
    Klasse
    Voer hier de klasse van het PO-schema in.
    Nestingreferentie
    Voer hier de nestingreferentie voor het PO-schema in.
    Prioriteit
    Geef hier de prioriteit van het PO-schema op.
    Werkordertype
    Voer hier het type werkorder voor het PO in.
  4. Geef de volgende gegevens over PO-objectparameters op:
    Organisatie werkorder
    Voer hier de organisatie werkorder voor het PO in.
    Werkorderklasse
    Voer hier de klasse voor de werkorder voor het PO in.
    Afdeling
    Voer de afdeling van het PO-object in.
    Locatie
    Voer hier de locatie van het PO-object in.
    Toegewezen aan
    Geef hier de naam op van degene die verantwoordelijk is voor het PO-object.
    Kostencode
    Voer hier de kostencode van het PO-object in.
    Manager
    Voer hier de manager (toezichthouder) voor het PO-object in.
  5. Geef hier de volgende gegevens op voor het genereren van PO-werkorders:
    Type bovenliggend object
    Selecteer deze optie om de Bovenliggend object, Org. bovenliggend object en Omschrijving bovenliggend object weer te geven voor elk object dat op het tabblad Voorbeeld wordt getoond.
    Incl. onderliggende werkorders
    Selecteer deze optie om de onderliggende werkorders van het geselecteerde object op te nemen in de lijst van objecten waarvoor u preventief onderhoud wilt prognosticeren.
    Minimum PO-frequentie (dagen)
    Voer hier een aantal in om te bepalen of het systeem preventief onderhoud voor objecten moet opnemen met perioden kleiner dan het aantal opgegeven dagen, of niet.
    Tabblad Onderliggend object inschakelen
    Schakel het selectievakje in om het tabblad Onderliggend object te activeren zodat het tabblad wordt geopend.
  6. Geef de volgende gegevens over prognoseopties op:
    Achtergrondkleur werkorder
    Voer hier de achtergrondkleur voor de werkorder in.
    Achtergrondkleur werkelijke vervaldatum
    Voer hier de achtergrondkleur voor de werkelijke vervaldatum in.
    Achtergrondkleur PO-prognose
    Voer hier de achtergrondkleur voor het geprognosticeerde PO in.
    Achtergrondkleur weekeinde
    Voer hier de achtergrondkleur voor het weekeinde in.
    Tekstkleur vervaldatum vergrendelde PO
    Voer hier de tekstkleur voor de vervaldatum van het vergrendelde PO in.
    Tekst kalenderdag
    Selecteer hier een van de volgende opties voor het teksttype waarvoor u de waarde van Uitvoeren op dag wilt weergeven.
    Selecteer Onderstrepingsteken om de tekstwaarde voor Uitvoeren op dag weer te geven als type Onderstrepingsteken.
    Selecteer Cursief om de tekstwaarde voor Uitvoeren op dag weer te geven als type Cursief.
    Symbool per jaar
    Voer hier een waarde in om een jaar aan te duiden, bijvoorbeeld J voor Jaarlijks.
    Symbool per kwartaal
    Voer hier een waarde in om een kwartaal aan te duiden, bijvoorbeeld K voor Per kwartaal.
    Symbool per maand
    Voer hier een waarde in om een maand aan te duiden, bijvoorbeeld M voor Maandelijks.
    Symbool per week
    Voer hier een waarde in om een week aan te duiden, bijvoorbeeld W voor Wekelijks.
    Symbool per dag
    Voer hier een waarde in om een dag aan te duiden, bijvoorbeeld D voor Dagelijks.
    Werkuren per dag
    Voer hier het aantal uren per werkdag in.
    NB

    Het systeem vult automatisch het veld Werkuren per dag op basis van de installatieparameter WORKDAY. Werkuren per dag wordt door het pop-upvenster Werkdruk resource weergeven en Grafiek werkdruk resources op het tabblad Prognose gebruikt.

    Max. rijen per pagina
    Voer hier het aantal rijen voor objecten in om weer te geven op het tabblad Prognose. Indien u een waarde invoert die groter is dan 20, kan het systeem trager zijn.
    Scheiding groter dan 1 periode tussen startdatum prognose en nieuwe PO-vervaldatums voorkomen
    Schakel het selectievakje in om te voorkomen dat de vervaldatum na de geprognosticeerde begindatum groter wordt dan 1 frequentie.
    Nieuwe PO-vervaldatums vóór startdatum prognose voorkomen
    Schakel dit selectievakje in om te voorkomen dat er nieuwe PO-vervaldatums vóór de geprognosticeerde begindatum zijn als er voor het PO geen werkorders aanwezig zijn. Als er voor het PO een werkorder aanwezig is, wordt ervoor gezorgd dat de scheiding tussen de werkorder en de eerste PO-vervaldatum de frequentie niet overschrijdt.
    Goedkeuren sessie met actieve waarschuwingen toestaan
    Schakel het selectievakje in om sessies met actieve waarschuwingen te kunnen goedkeuren.
  7. Klik op Verwerken. Het tabblad Voorbeeld wordt weergegeven met daarop alle objecten waarvoor preventief onderhoud wordt geprognosticeerd.
    NB

    Zodra u op Verwerken hebt geklikt, zijn de velden beschermd en kunt u deze waarden voor de huidige sessie niet meer bewerken.

    Wanneer u op Verwerken hebt geklikt, worden alleen de objectparameters, de werkorderorganisatie en het selectievakje Incl. onderliggende objecten meegenomen voor weergave van objecten op het tabblad Voorbeeld. De overige parameters worden niet meegenomen bij het maken van het tabblad Voorbeeld.