Parameters definiëren voor dagelijkse planning van werkorders

U kunt selectieparameters aanmaken en bijwerken voor de dagelijkse planning van werkorders op het scherm Dagelijkse planning van werkorders.

Definieer op het tabblad Parameters de selectiecriteria om werkorders, activiteiten, medewerkers en objecten te zoeken die moeten worden weergegeven op de tabbladen met Objecten, Werkorderactiviteiten en Medewerkersvoorbeelden.

Om parameters voor dagelijkse planning van werkorders te definiëren moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Werk > Werkorderplanning > Dagelijkse planning van werkorders.
  2. Selecteer de opgeslagen selectieparameters, indien van toepassing.
  3. Voor het definiëren van de selectieparameters voor werkorders dient u de volgende gegevens op te geven:
    Sessiecode
    Voer hier de ID voor de sessie in.
    NB

    Voer de Sessie-ID in indien u werkt in een bestaande sessie. Indien u een nieuwe sessie aanmaakt, wordt automatisch het veld Sessie-ID ingevuld nadat u op Voorbeelden aanmaken/vernieuwen hebt geklikt.

    Organisatie werkorder
    Voer hier de organisatie werkorder in.
    Werkorder
    Voer hier de werkorder in.
    Afdeling (werkorder)
    U kunt hier de afdeling van de werkorder wijzigen.
    PO-schema werkorder
    Voer hier het PO-schema in voor de werkorder.
    Project werkorder
    Voer hier het project van de werkorder in.
    Projectbudget werkorder
    Voer hier het projectbudget van de werkorder in.
    Object werkorder
    Voer hier het object van de werkorder in.
    Organisatie object werkorder
    Voer hier de organisatie object van de werkorder in.
    Locatie werkorder
    Voer hier de locatie van de werkorder in.
    WO-locatieorganisatie
    Voer hier de organisatie locatie van de werkorder in.
    Werkordertype
    Voer hier het type werkorder in.
    WO-prioriteit
    Geef hier de prioriteit van de werkorder op.
    WO-status
    Geef hier de status voor de werkorder op.
    Gemeld door werkorder
    Voer hier de medewerker in die het werk aanvraagt.
    Werkorder toegewezen aan
    Voer hier de persoon in die verantwoordelijk is voor de werkorder.
    Toegewezen door werkorder
    Voer hier de persoon in die de order heeft toegewezen.
    Werkorderklasse
    Voer hier de klasse voor de werkorder in.
    WO-klasseorganisatie
    Voer hier de organisatie klasse van de werkorder in.
    Kritiek belang werkorder
    Voer hier de code in waarmee wordt aangegeven in welke mate de positie van belang is voor de algehele productie van goederen of services in uw organisatie.
    Dienst werkorder
    Voer hier de dienst in waarin het werk moet worden uitgevoerd.
    Onderhoudspatroon werkorder
    Voer hier het onderhoudspatroon in waartoe de werkorder behoort.
    Organisatie onderhoudspatroon werkorder
    Voer hier de organisatie van het onderhoudspatroon in waartoe de werkorder behoort.
    Volgnummer
    Geef hier de volgorde op waarvoor het werk volgens het onderhoudspatroon wordt uitgevoerd.
    Campagne
    Voer hier de campagne in waartoe de werkorder behoort.
    Campagnegebeurtenis
    Voer hier de campagnegebeurtenis in waartoe de werkorder behoort.
    Max. berekende prioriteit
    Geef hier de maximum berekende prioriteit op voor de werkorder. Werkorders waarvan de waarde gelijk is aan of kleiner is dan de waarde die hier is ingevoerd, worden geselecteerd.
  4. Voor het definiëren van selectieparameters voor objecten dient u de volgende gegevens op te geven:
    Objecten
    Voer hier het object in dat voor de dagelijkse planning van werkorders moet worden gebruikt.
    Objectorg.
    Voer de organisatie van het object in.
    Objecttype
    Voer hier het type object in.
    Objectstatus
    Voer de status van het object in.
    Objectklasse
    Voer hier de klasse van het object in.
    Organisatie klasse object
    Voer de organisatie klasse van het object in.
    Objectcategorie
    Voer hier de objectklasse van het object in.
    Code kosten object
    Voer hier de kostencode van het object in.
    Objectafdeling
    Voer de afdeling van het object in.
    Bovenliggend object object
    Voer hier het bovenliggende object van het object in. Selecteer meerdere bovenliggende objecten, indien van toepassing.
    Organisatie bovenliggend object object
    Voer hier de organisatie van het bovenliggende object van het object in.
    Objectlocatie
    Voer hier de locatie van het object in.
    Organisatie van locatie van object
    Voer hier de organisatie locatie van het object in.
    Operationele status
    Geef hier de operationele status van het object op om aan te geven of het object in goede staat is, gereed voor gebruik en beschikbaar voor planning.
    Samenstelling
    Voer hier de samenstelling in waartoe het object behoort.
    Selectieproces objecten overslaan
    Schakel dit selectievakje in om de selectie of een voorbeeldweergave van het object over te slaan. Als deze optie wordt ingeschakeld, wordt het tabblad Objecten niet gevuld.
  5. Voor het definiëren van de selectieparameters voor werkorderactiviteiten dient u de volgende gegevens op te geven:
    Vakgroep
    Voer hier de vakgroep van de activiteit in.
    Taakplan activiteit
    Voer hier het taakplan van de activiteit in.
    Begindatum beginactiviteit
    Geef hier de eerste begindatum van de activiteit op.
    Begindatum eindactiviteit
    Geef hier de laatste begindatum van de activiteit op.
    Activiteiten in verschillende sessies toestaan
    Schakel dit selectievakje in om de activiteit in meer dan één planningssessie te selecteren.
  6. Voor het definiëren van selectieparameters voor medewerkers dient u de volgende gegevens op te geven:
    Afdeling van medewerker
    Voer de afdeling van de medewerker in.
    Klasse medewerker
    Voer hier de klasse van de medewerker in.
    Organisatie van klasse van medewerker
    Voer hier de organisatie klasse van de medewerker in.
    Vakgroep van medewerker
    Voer hier de vakgroep of vaardigheden van de medewerker in.
    Dienst
    Voer hier de dienst in die van toepassing is op de medewerker.
    Team
    Voer hier het team van de medewerker in.
    Org. team
    Voer hier het teamorganisatie van de medewerker in.
  7. Om een datumbereik te definiëren voor de geplande werkorder dient u de volgende gegevens in te voeren:
    Begindatum
    Voer hier de begindatum voor de geplande werkorder in.
    Einddatum
    Voer hier de einddatum voor de geplande werkorder in.
  8. Om de planningsopties te definiëren voor de werkorder dient u de volgende gegevens in te voeren:
    Drempelpercentage tussen weinig / gemiddeld gepland
    Voer hier het percentage dagelijkse beschikbare uren van medewerkers in om het punt aan te geven waarop in de kalender wordt geschakeld tussen weinig gepland en gemiddeld gepland.
    Kleur ongepland (% gepland = 0)
    Geef hier de kleur op waarmee de ongeplande dagen in de kalenderweergave moeten worden aangeduid.
    Kleur weinig gepland (% gepland < drempelpercentage)
    Geef hier de kleur op waarmee de weinig geplande dagen in de kalenderweergave moeten worden aangeduid.
    Kleur gemiddeld gepland (% gepland >= drempelpercentage)
    Voer hier de kleur in waarmee de gemiddeld geplande dagen in de kalenderweergave moeten worden aangeduid.
    Kleur volledig gepland (% gepland = 100)
    Voer hier de kleur in waarmee de volledig geplande dagen in de kalenderweergave moeten worden aangeduid.
    Kleur teveel gepland (% gepland > 100)
    Voer hier de kleur in waarmee de teveel geplande dagen in de kalenderweergave moeten worden aangeduid.
    Beschikbaarheid genereren door middel van
    Voer hier de datum in tot en met wanneer u planningsbeschikbaarheid wilt genereren.
    Duur uitsluiten van berekening geplande uren
    Schakel het selectievakje in om de tijdsduur niet mee te nemen in de berekeningen van de geplande uren.
    Medewerkers uitsluiten van berekening geplande uren
    Benodigd aantal personen van de berekeningen van geplande uren uitsluiten.
    Planning ploegendienst
    Schakel dit selectievakje in om de capaciteit voor één dienst te plannen. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de sessie een dienstplanningssessie en kunt u nog objecten, werkorders en medewerkers uit de sessie verwijderen of daaraan toevoegen.
    Start dienst
    Voer hier de datum en tijd in waarop de dienst moet beginnen.
    Duur dienst
    Geef hier de duur van de dienst op in uren.
  9. Klik op Voorbeelden aanmaken/vernieuwen.
    Het veld Sessie-ID wordt automatisch ingevuld voor nieuwe sessies.