Toelichting op kalibratiebeheer

Kalibreren is het vergelijken van de prestaties of werking van een bepaald object met een bepaalde bekende nauwkeurigheidsstandaard. Kalibratie levert een meting op die beschrijft of het object afwijkt van deze bekende nauwkeurigheidsstandaard of dat het object aan de standaard voldoet. Als het object niet aan de standaard voldoet, kan een kalibratie ook inhouden dat het betreffende object wordt aangepast, zodat het daarna wél aan de bekende standaard voldoet.

De nauwkeurigheid van de elektronische en/of mechanische componenten van een object veranderen in de loop van de tijd en dit is van invloed op de kwaliteit, betrouwbaarheid, veiligheid en gezondheid van hetgeen de component voortbrengt. Daarom moeten bepaalde instrumenten/objecten regelmatig worden gekalibreerd om zeker te weten dat ze nauwkeurig werken.

U kunt kalibratiegegevens voor objectcategorieën, bedrijfsmiddelen, systemen en posities definiëren. Wanneer de meetpuntgegevens zijn gedefinieerd, kunt u er werkorders voor objecten en werkorders voor preventief onderhoud aan koppelen. Door PO-werkorders aan te maken kunt u voor objecten waarvoor kalibratie noodzakelijk is, regelmatig een werkorder laten genereren. U kunt desgewenst ook gewone kalibratiewerkorders aanmaken. U creëert een kalibratiewerkorder door het werkordertype voor kalibraties te selecteren tijdens het aanmaken van de werkorder.

Zie Kopgegevens voor normale werkorders definiëren.

U kalibreert de objecten indien nodig en voert vervolgens de kalibratiegegevens en -resultaten in. Kalibratiewerkorders krijgen een status toegewezen op basis van de meetresultaten van de meetpunten.

Verder kunt u kalibratierapporten uitvoeren voor het genereren, traceren en bijhouden van kalibratiegegevens voor uw administratie.