Voor kalibratie gebruikte standaarden definiëren

U kunt het specifieke object dat als standaard wordt gebruikt voor de geselecteerde werkorder definiëren. Het pop-upvenster Gebruikte standaarden toont een lijst met onderdelen waaruit eventueel een object en/of partij kan worden gekozen voor de kalibratie.

Om de standaarden te definiëren die voor een kalibratie kunnen worden gebruikt moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Werk > Werkorders.
  2. Selecteer de werkorder waarvoor u de standaarden wilt definiëren die tijdens het kalibreren worden gebruikt, en klik op het tabblad Kalibratie.
  3. Klik op Gebruikte standaarden.
    In het pop-upvenster Gebruikte standaarden worden automatisch de artikelen weergegeven waarvoor u Kalibratiestandaard hebt opgegeven en waaraan u de objectrecord van de werkorder hebt gekoppeld op het tabblad Gekoppelde artikelen van het scherm Bedrijfsmiddelen, Posities of Systemen.

    Raadpleeg de volgende referenties:

    NB

    Als u voor een werkorder met meerdere objecten gebruikte standaarden definieert, worden de als kalibratiestandaarden gebruikte artikelen weergegeven die zijn gekoppeld aan het geselecteerde meetpunt-Object.

  4. Selecteer het artikel waarvoor u objecten en/of partijgegevens wilt opgeven. Artikel en Organisatie artikel worden automatisch ingevuld.
  5. Geef de volgende gegevens op:
    Objecten
    Voer hier de objectrecord in die voor de kalibratie wordt gebruikt.
    NB

    Het systeem toont de objectrecords waaraan u het geselecteerde artikel hebt gekoppeld via het veld Artikel op het tabblad Recordweergave van het scherm Bedrijfsmiddelen, Posities of Systemen.

    Raadpleeg de volgende referenties:

    Als u voor een werkorder met meerdere objecten gebruikte standaarden definieert, kunt u een meetpunt koppelen aan een specifiek object of aan alle objecten op de werkorder.

    Partij
    Voer hier de partij van de artikelrecord in.
  6. Klik op Bevestigen.
    NB

    Klik op Standaard toevoegen als u een standaard wilt toevoegen. Voer gegevens in de velden Artikel, Object en Partij in en klik vervolgens op Bevestigen.