GIS-functies definiëren in EAM
- Open het scherm Bedrijfsmiddelen, Posities of Systemen.
- Klik op Nieuwe record.
- Geef de gegevens op die nodig zijn om het object te definiëren.
- Voer hier het profiel in dat het GIS-systeem moet gebruiken voor het aanmaken van de GIS-functie.
-
Klik op Record opslaan. Er wordt automatisch een GIS-ID gegenereerd.
NB
Het hangt van uw systeemconfiguratie af of de GIS-ID al dan niet automatisch wordt gegenereerd.
- Als het pop-upvenster GIS-functie aanmaken wordt geopend nadat u op Record opslaan hebt geklikt, geeft u de gegevens bij Laag, Locatie X en Locatie Y voor de GIS-functie op. Vervolgens klikt u op Bevestigen. Er wordt automatisch een GIS-ID gegenereerd.
- Als de knop GIS-functie aanmaken is ingeschakeld, klikt u op GIS-functie aanmaken nadat u op Record opslaan hebt geklikt. Geef de gegevens bij Laag, Locatie X en Locatie Y voor de GIS-functie op en klik op Bevestigen. De record wordt opgeslagen en er wordt automatisch een identificatienummer (GIS-ID) gegenereerd.
- Synchroniseer de functies met de objectrecords, zodat de overeenkomstige functie wordt aangemaakt in het GIS-systeem.