Functies synchroniseren met objecten (ESRI)
U zoekt de objectrecords uit Infor EAM waarvoor nog geen GIS-functies zijn gedefinieerd, u bekijkt een overzicht van de verschillen en maakt voor de bestaande objectrecords vervolgens de juiste overeenkomstige functies.
- Open een bestaande kaart en klik vervolgens op Infor EAM-records synchroniseren.
- Klik op het tabblad GIS.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Laag
- Selecteer hier de laag waarvan u de objectrecords wilt zien waarvoor er nog geen functie bestaat.
-
Klik op Verschillen weergeven. Voor elke objectrecord worden automatisch de gegevens bij Laag, Locatie X en Locatie Y ingevuld, als deze beschikbaar zijn.
NB
U krijgt alleen de objectrecords te zien waarvoor u over de juiste zoekrechten beschikt (vastgelegd in de webservices). Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.
-
Selecteer hier de objectrecords waarvoor u een functie wilt maken.
Alle objectrecords worden automatisch geselecteerd. U kunt afzonderlijke records uit de lijst verwijderen door het selectievakje uit te schakelen.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Laag
- Selecteer hier de laag voor elke objectrecord waarvoor u een functie wilt aanmaken.
- Locatie X
- Locatie Y
- Geef de X- en Y-coördinaten voor elke objectrecord op waarvoor u functies wilt aanmaken. NB
Selecteer de objectrecord in de lijst, klik op Vastleggen en klik vervolgens op de locatie op de kaart in het Esri-systeem. Dat is de locatie waar u de functie wilt plaatsen. De X- en Y-coördinaat worden bepaald en Locatie X en Locatie Y worden automatisch ingevuld.
Als de geselecteerde laag functies bevat die uit een lijn of veelhoek bestaan, moet u meerdere keren op de kaart klikken om alle coördinaten van de functie aan te geven. De extra X- en Y-coördinaten worden opgeslagen.
Als u Locatie X en Locatie Y invoert met de knop Vastleggen en de velden nadien ook met de knop Vastleggen wilt wijzigen, moet u eerst met de rechtermuisknop op de objectrecord klikken en vervolgens Kaartcoördinaten wissen selecteren.
-
Klik op Functie(s) aanmaken. Voor elke geselecteerde objectrecord wordt nu een functie aangemaakt in het GIS-systeem van Esri. De nieuwe functies worden op de kaart gemarkeerd. Resultaat en Aanmaakdatum/-tijd worden automatisch ingevuld en de selectie van alle functies waarvoor bijbehorende objectrecords zijn aangemaakt, wordt opgeheven.
NB
Als er voor een geselecteerde objectrecord geen functie kan worden aangemaakt, wordt de reden daarvoor weergegeven bij Resultaat. De objectrecord blijft geselecteerd.