Kenmerken synchroniseren (ESRI)

De GIS-kenmerken van Infor EAM en Esri kunnen met elkaar worden gesynchroniseerd op basis van de veldkoppelingen die voor elke laag zijn gedefinieerd. Het systeem vergelijkt de kenmerken van de bij elkaar horende functies/objecten (op basis van GISOBJID/GIS-ID), laat u de verschillen zien en stelt u in de gelegenheid om de kenmerken te synchroniseren.

Voor de laag, locatie X en locatie Y van een functie/objectrecord worden geen veldkoppelingen gedefinieerd. Synchronisatie vindt plaats op basis van een impliciete koppeling, waarbij GIS de eigenaar is en de gegevens automatisch worden gekoppeld aan de velden Laag, Locatie X en Locatie Y in Infor EAM. Als een functie een lijn of veelhoek is, worden in Infor EAM de velden Locatie X en Locatie Y ingevuld op basis van het middelpunt van de functie. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.

NB

In Infor wordt aanbevolen eerst de functies en objecten te synchroniseren voordat u de kenmerken synchroniseert.

  1. Open een bestaande kaart.
  2. Klik op Infor EAM-records synchroniseren.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Kaart
    Geef hier de kaart op waarvoor u kenmerken wilt synchroniseren.
    Laag
    Selecteer hier de laag waarvoor u verschillen wilt zien.
  4. Schakel het selectievakje Alleen kijken naar functies die op kaart zijn geselecteerd in om alleen rekening te houden met de op de kaart geselecteerde functies.
  5. Klik op Verschillen weergeven. Het systeem toont de functies waarvoor het systeem een overeenkomstige objectrecord heeft gevonden op basis van GISOBJID, maar waarvoor er wel verschillen bestaan in de kenmerken.
    NB

    Het systeem kijkt alleen naar gekoppelde kenmerken met Kopiëren als Actie. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.

    U moet in Infor EAM over de juiste zoekrechten beschikken (vastgelegd in de webservices) om de verschillen te kunnen weergeven. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.

  6. Selecteer hier de functies waarvoor u de verschillen in de kenmerken wilt zien.
    Automatisch zijn alle functies geselecteerd. U kunt afzonderlijke functies uit de lijst verwijderen door de regel te wissen.
    NB

    U kunt alle regels in één keer selecteren door op Alles selecteren te klikken. U kunt alle regels in één keer wissen door op Selectie opheffen te klikken.

  7. Klik op Verschillen synchroniseren.
    De kenmerken worden gesynchroniseerd op basis van de waarden in het systeem dat 'eigenaar' is van de veldkoppeling. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.
    NB

    Voor elke record waarvan de verschillen niet kunnen worden gesynchroniseerd wordt een foutmelding gegeven bij Infor EAMResultaat of GIS-resultaat.

    U moet in Infor EAM over de juiste bijwerkrechten beschikken (vastgelegd in de webservices) om de verschillen te kunnen synchroniseren. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.

  8. Klik op Afsluiten.