Een kaart doorzoeken in EAM
U kunt een zoekopdracht op een map uitvoeren om in één laag naar objecten te zoeken. Gebruik de geavanceerde zoekoptie als u in meerdere lagen naar objecten wilt zoeken. Daarnaast kunt u een GIS-filter toepassen en voor elke geselecteerde laag een straal opgeven waarbinnen u wilt zoeken.
Sommige zoekfuncties voor de kaart worden anders weergegeven en werken anders afhankelijk van de installatieparameters GISSERV en GISGEOSV.
GISSERV moet worden ingesteld op de kaartservice REST-eindpunt-URL en GISGEOSV moet worden ingesteld op de Geocode-service REST-eindpunt-URL die op de ArcGIS-server is gepubliceerd om ten volle gebruik te kunnen maken van de functionaliteit van dit scherm. Stel de installatieparameters als volgt in:
http://<arcgisserver:port>/arcgis/rest/services/<servicename>/MapServer
http://<arcgisserver:port>/arcgis/rest/services/<servicename>/GeocodeServer
-
Selecteer Objecten > Gis-kaart doorzoeken
NB
Afhankelijk van uw instellingen voor de installatieparameters GISSERV en GISGEOSV wordt het scherm GIS-kaart doorzoeken geopend waarbij de kaartzoekopties worden weergegeven of in Recordweergave met de weergegeven kaart.
-
Klik op Zoeken.
NB
Als GISSERV op REST-eindpunt-URL is ingesteld, wordt de kaart geladen en wordt de werkbalk van de kaart weergegeven. Op de werkbalk van de kaart wordt het pictogram Zoeken weergegeven.
Voer uw filtercriteria in en klik vervolgens op Zoeken om naar de kaartrecords te zoeken. Het zwevende pop-upvenster GIS-kenmerken wordt weergegeven met de keuzelijst Opties die zich onderaan het pop-upvenster bevindt.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Kaart
- Voer hier de kaart in waarvoor een zoekopdracht moet worden uitgevoerd. NB
Kaart is alleen beschikbaar wanneer de installatieparameter GISMAPS is ingesteld op Organisatie of Afdeling.
- Zoeken naar
-
NBGeef een van de volgende opties op:
Als u wilt zoeken naar alle records met soortgelijke tekens in Adres, Straat, Object, Bedrijfsmiddel, Positie of Systeem, voert u "%" in.
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar alle bedrijfsmiddelen die beginnen met de letter "M", voert u "M%" in Bedrijfsmiddel in. Als u alle posities zoekt waarin de letters "PMP" voorkomen, voert u "%PMP%" bij Positie in.
Optie Omschrijving Adres Hiermee worden de velden Straat en Zone weergegeven. Geef het straatadres en/of de zonelocatie op waarnaar u wilt zoeken. NBAls u naar kruisingen wilt zoeken, moet u de straatnamen invoeren met het juiste scheidingsteken zoals dat is gedefinieerd in de installatieparameter GISINTRS. Bijvoorbeeld Hoofdstraat & Dorpsstraat.
Objecten Het Objectveld wordt weergegeven. Het zoekvak voor objecten met de in het GIS-systeem geïntegreerde objectrecords uit Infor EAM die zijn geïnstalleerd, die in gebruik zijn en die zijn gekoppeld aan de organisaties waarvoor u over de juiste rechten beschikt, wordt gevuld. Geef het object op waarnaar u zoekt. Bedrijfsmiddel Het veld Bedrijfsmiddel wordt weergegeven. Het zoekvak voor bedrijfsmiddelen met de in het GIS-systeem geïntegreerde objectrecords uit Infor EAM die zijn geïnstalleerd, die in gebruik zijn en die zijn gekoppeld aan de organisaties waarvoor u over de juiste rechten beschikt, wordt gevuld. Geef het bedrijfsmiddel op waarnaar u zoekt. Positie Het veld Positie wordt weergegeven. Het zoekvak voor posities met de in het GIS-systeem geïntegreerde positierecords die zijn gekoppeld aan de organisaties waarvoor u over de juiste rechten beschikt, wordt gevuld. Geef de positie op waarnaar u zoekt. Systeem Het veld Systeem wordt weergegeven. Het zoekvak voor systemen met de in het GIS-systeem geïntegreerde systeemrecords die zijn gekoppeld aan de organisaties waarvoor u over de juiste rechten beschikt, wordt gevuld. Geef het systeem op waarnaar u zoekt. NBAls u een lineair object invoert bij Object, Bedrijfsmiddel, Positie of Systeem, bewerkt u de velden Beginpunt en Eindpunt via de kaart.
- Dataspy
- Selecteer hier een dataspy.
NB
Klik op Bewerken om een Dataspy te maken.
- Bufferlagen
- Selecteer hier de laag waarin het gezochte object zich bevindt als u naar een adres zoekt.
- Actieve laag
- Geef hier de laag op waarin de zoekopdracht moet beginnen als u naar objecten, bedrijfsmiddelen, posities of systemen zoekt.
NB
Het veld Actieve laag wordt indien mogelijk automatisch standaard ingesteld op het object, het bedrijfsmiddel, de positie of het systeem waar u naar zoekt. Als de Actieve laag wordt bewerkt, levert de zoekopdracht geen resultaten op.
- GIS-filter
- Selecteer hier een GIS-filter voor de opgegeven laag. NB
Klik op Bewerken om een GIS-filter te maken.
- Straal
- Geef de straal op waarbinnen u wilt zoeken. Selecteer in het veld ernaast de eenheid (voet, meter, kilometer of mijl). NB
Als u naar een lineair object zoekt, voert u een straal en eenheid in. Zo creëert u een buffer rond het lineaire object op de kaart. Er wordt gezocht naar alle in het GIS-systeem geïntegreerde objectrecords die binnen het Beginpunt en Eindpunt van het lineaire object vallen.
- Desgewenst schakelt u het selectievakje Geavanceerde zoekopdracht inschakelen in om extra bufferlagen te selecteren en geeft u voor elke laag een GIS-filter en Straal op. Klik op Regel toevoegen om een extra regel toe te voegen. U kunt maximaal tien regels toevoegen.
-
Desgewenst schakelt u het selectievakje Zoeken naast in om voor de geselecteerde bufferlaag naar niet-geïntegreerde functies te zoeken.
NB
Dit wordt alleen voor de LRS-kaart weergegeven.
-
Klik op Zoeken. De zoekresultaten worden in de objectrasterlijst weergegeven en op de kaart. Na het selecteren van een record klikt u op Links uitvouwen om de record op het scherm uit te vouwen.
NB
Als u met geocodering werkt en bij Adres een straat en nummer hebt ingevoerd, bevatten uw zoekresultaten mogelijk meerdere adressen die overeenkomen met uw zoekcriteria, afhankelijk van of uw Adres-locator geconfigureerd is voor geocodering. Als meerdere adressen overeenkomen met uw zoekcriteria, wordt het pop-upvenster Gevonden adressen geopend. Het pop-up venster toont de adressen die overeenkomen met de zoekcriteria en een Gevonden score die per adres wordt toegekend, afhankelijk van de vraag of uw Adres-locator voor geocodering is geconfigureerd. Hoe dichter de Gevonden score bij 100 ligt, des te groter de kans dat het betreffende adres het gewenste adres is. Selecteer het adres of de adressen die u wilt weergeven op de kaart en klik op Bevestigen. De kaart wordt weergegeven.
Als u naar een record van een lineair object zoekt, wordt de lengte van de objectrecord tussen Beginpunt en Eindpunt aangegeven, evenals alle in het GIS-systeem geïntegreerde objectrecords die zich in de buffer van het lineaire object bevinden.
Dubbelklik op een objectrecord om de recorddetails weer te geven als u het scherm GIS-kaart doorzoeken via de menubalk hebt geopend.
-
Om werkorders weer te geven die aan het object zijn gekoppeld, selecteert u het object in het raster en klikt u met de rechtermuisknop om het contextmenu te openen. Selecteer Werkorders weergeven. De werkorders worden in een zwevend raster weergegeven.
Degewenst vouwt u het overzichtsraster uit en selecteert u de optie Werkorders weergeven uit het menu Acties.
Om het werkorderraster te verbergen, klikt u op het raster en selecteert u vervolgens Werkorders verbergen.