Functies identificeren in EAM
U kunt de kenmerken weergeven van de functies die zich in de zichtbare lagen van de kaart bevinden.
- Voer een zoekopdracht op de GIS-kaart uit.
-
Kies een van de volgende opties:
- Klik op Functies identificeren en klik vervolgens ergens op de GIS-kaart om een punt te selecteren of versleep de muis om een heel gebied te selecteren waarvan u de functies wilt zien.
- Selecteer het object of de werkorder(s) waarvoor u de kenmerken van de bijbehorende functie wilt weergeven in het objectraster of het werkorderraster. Selecteer Functies identificeren in Opties en klik vervolgens op Bevestigen.
NBAls u de geselecteerde functies van een andere laag dan de actieve laag wilt zien, klikt u op het plusteken (+) naast de laag. De geselecteerde functies van de laag worden weergegeven.
De functies worden blauw weergegeven als de object- of werkorderrecord die bij de functie hoort, voorkomt in het objectraster of het werkorderraster. Alle overige functies zijn wit.
- Klik op het plusteken (+) naast het FID-nummer waarvan u de kenmerken wilt weergeven.
- Geef de kenmerken weer.