Servicecodes aanmaken
Met serviceprobleemcodes worden aanvragen, zorgen of problemen van klanten aangegeven. Maak serviceprobleemcodes aan die specifiek aansluiten op de behoeften van uw klanten. Uw medewerker kan bij een willekeurig aanvraagtype een specifieke serviceprobleemcode invoeren zodat wordt gerapporteerd hoe vaak dat type aanvraag voorkomt. De serviceprobleemcode kan ook alle informatie bevatten die nodig is om een werkorder aan te maken.
Om serviceprobleemcodes aan te maken moet u het volgende doen.
- Selecteer Activiteiten > Instellingen > Servicecodes.
- Klik op Nieuwe record.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Organisatie
- Voer hier de organisatie in waartoe de serviceprobleemcode behoort, als u met beveiliging per organisatie werkt.
- Servicecode
- Voer hier een unieke code voor het serviceprobleem in en geef in het veld ernaast een omschrijving ervan.
- Klasse
- Voer hier de klasse in waaraan u de serviceprobleemcode wilt koppelen.
- Objecten
- Voer hier het object in waaraan u de serviceprobleemcode wilt koppelen. NB
Object kan ook op het scherm Callcenter of de GIS-kaart worden geselecteerd tijdens de verwerking van een actieaanvraag.
- Doorlooptijd tijdelijke oplossing
- In dit veld geeft u aan hoeveel tijd het zal duren voordat het probleem tijdelijk is opgelost door een getal in te voeren en vervolgens de eenheid van tijd te selecteren.
- Doorlooptijd permanente oplossing
- In dit veld geeft u aan hoeveel tijd het zal duren voordat het probleem definitief is opgelost door een getal in te voeren en vervolgens de eenheid van tijd te selecteren.
-
NB
Doorlooptijd tijdelijke oplossing en Doorlooptijd permanente oplossing worden gebruikt om toegezegde datums op het scherm Callcenter te berekenen wanneer Servicecode is geselecteerd.
- Portaal serviceaanvraag
- Schakel dit selectievakje in om de servicecode in het veld Portaal serviceaanvraag op te nemen bij het aanmaken van een serviceaanvraag.
- Beschikbaar voor planningselementen
- Schakel dit selectievakje in om aan te geven dat deze servicecode beschikbaar is voor planningselementen.
- Bruikbaarheid object
- Voer hier de code voor de bruikbaarheidsfactor van het object in. NB
Bruikbaarheid object wordt gebruikt in boeterapporten wanneer boetebedragen afhankelijk zijn van objectbruikbaarheid.
- Boetefactor
- Voer hier de boetefactor in waaraan u de serviceprobleemcode wilt koppelen.
- Niet in gebruik
- Selecteer deze optie als de serviceprobleemcode niet wordt gebruikt.
- Voor vervolg
- Schakel dit selectievakje in om de servicecode als servicecode vervolg aan te duiden.NB
Om herhaalde verwijzingen te voorkomen, kunnen de voor vervolg aangeduide servicecodes zelf geen gegevens vervolg bevatten. Daarom zijn Servicecode vervolg en Tijdstip vervolg beschermd wanneer Voor vervolg is geselecteerd.
- Servicecode vervolg
- Geef de servicecode op die wordt gebruikt om de vervolgwerkorder aan te maken.
- Tijdstip vervolg
- Geef aan wanneer de vervolgwerkorder moet worden aangemaakt.
- Werkordertype
- Selecteer hier een werkordertype dat u voor de serviceprobleemcode wilt aanmaken.
- Standaard werkorder
- Voer hier de standaardwerkorder in waaraan u de servicecode wilt koppelen.
- Werkorderklasse
- Voer hier de werkorderklasse in waaraan u de serviceprobleemcode wilt koppelen.
- Prioriteit
- Selecteer hier de prioriteit voor werkorders die op basis van deze serviceprobleemcode zijn aangemaakt.
- Klik op Record opslaan.