Storingsmodi definiëren

Definieer storingsmodi van objecten als onderdeel van de RCM-analyse voor die objecten. Wanneer u storingsmodi verwijdert, worden ook de bijbehorende functionele storingen verwijderd.

Als u storingsmodi wilt definiëren, moet u het volgende doen:

  1. Kies een van de volgende opties:
    • Objecten > Bedrijfsmiddelen
    • Objecten > Posities
    • Objecten > Systemen
    • Objecten > Instellingen > Locaties
  2. Selecteer het object waarvoor u storingsmodi wilt definiëren en klik op het tabblad RCM.
  3. Klik op Storingsmodi toevoegen/bewerken.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Omschrijving
    Voer hier een omschrijving van de storingsmodus. Klik op Vertalingen om de beschrijvende tekst in een andere taal om te zetten.
    Functie
    Selecteer de functie voor de storingsmodus.
    NB

    U kunt de functie alleen opgeven als het RCM-niveau als FMECA (Failure Mode Effect and Criticality Analysis) is opgegeven in de kopgegevens van het object.

    Waarschijnlijkheid
    Selecteer de waarschijnlijkheid van de storing.

    Deze zijn gedefinieerd op het scherm Risicomatrix. De waarschijnlijkheid is beschermd voor de risicoanalyse, maar kan worden opgegeven voor de risicobeoordeling.

    Waarschijnlijkheid (%)
    Geef hier het percentage op voor de waarschijnlijkheid van de storing.
    Volgnummer
    Voer het volgnummer in voor de functiestoring om de storingen in de structuur te rangschikken. Als u het volgnummer niet opgeeft, dan wordt de alfabetische volgorde van de omschrijvingen aangehouden.
    Opmerking
    Voer zo nodig opmerkingen in.
  5. Geef de volgende werkordergegevens op:
    Probleemcode
    Voer hier de code voor het type probleem in.
    Storingscode
    Geef hier de storingscode voor het object op.
    Oorzaakcode
    Voer hier de code voor de hoofdoorzaak van het probleem in.
    Actiecode
    Voer hier de actie in die is ondernomen om het probleem op te lossen.
    Standaardwerkorder
    Geef hier de standaardwerkorder op voor de storingsmodus.
    Uren stilstand
    Geef hier het aantal uren op dat het object niet kan worden gebruikt als gevolg van een storing.
    Kosten stilstand
    Geef hier de waarschijnlijke kosten op die voortkomen uit stilstand van het object als gevolg van een storing.
    Symptoom
    Geef hier het symptoom voor de storingsmodus op.
    Tactische oorzaak
    Geef hier de tactische oorzaak van de storingsmodus op.
    Menselijke factor
    Geef hier de menselijke factor op die de storing veroorzaakt.
    Onvakkundigheid
    Geef hier de onvakkundigheidsfactor op die het probleem veroorzaakt.
    Onoplettendheid
    Geef hier de onoplettendheid op die aan de storingsmodus wordt gekoppeld.
    Signaleringswijze
    Geef hier de methode op waarmee de storingsmodus wordt vastgesteld.
  6. Klik op Bevestigen.