Handmatig

Als u een profiel en laag niet koppelt aan een voorkeur, kunnen gebruikers handmatig GIS-functies definiëren door op GIS-functie aanmaken te klikken bij het definiëren van nieuwe EAM-objecten.

In Infor EAM wordt het pop-upvenster GIS-functie aanmaken geopend, waarin gebruikers de velden Laag, Locatie X en Locatie Y kunnen invoeren voor het aanmaken van de GIS-functie. Zodra de gebruiker de gegevens bevestigt, wordt een GIS-ID gegenereerd.

  1. Selecteer Beheer > Beveiliging > Gebruikersgroepen.
  2. Klik op het tabblad GIS-voorkeuren.
  3. Klik op Voorkeur toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Profile
    Geef hier het Infor EAM-objectprofiel op dat moet worden gebruikt voor het aanmaken van de GIS-functies.
    NB

    Profielen die als GIS-profielen zijn gedefinieerd, worden weergegeven.

    Laag
    Selecteer hier de laag waarin GIS-functies moeten worden weergegeven.
    Automatisch aanmaken
    Selecteer deze optie als automatisch een GIS-ID-nummer moet worden gegenereerd en de standaardgegevens moeten worden ingevuld voor Laag, Locatie X en Locatie Y.
    NB

    Schakel Automatisch aanmaken uit als u Prompt wilt gebruiken als voorkeur voor de gebruikersgroep.

    Standaard
    Selecteer deze optie als deze voorkeursrecord de standaardvoorkeursrecord is.
    NB

    Elk profiel kan slechts één standaardvoorkeursrecord per laag hebben. Het is niet mogelijk om meer dan één record te selecteren met dezelfde laag als de standaardrecord.

    Locatie X
    Geef hier de X-coördinaat op waarvoor GIS-functies moeten worden weergegeven.
    Locatie Y
    Geef hier de Y-coördinaat op waarvoor GIS-functies moeten worden weergegeven.
  5. Klik op Bevestigen.