Parameters instellen voor de laadprocedure van het datawarehouse

Bij het instellen van de parameters voor de laadprocedure van het datawarehouse geeft u aan of een volledige of gedeeltelijke laadprocedure moet worden uitgevoerd. Tevens geeft u op vanaf welke datum de gegevens moeten worden geladen. Eerst wordt altijd een volledige laadprocedure uitgevoerd en vervolgens wordt de laadprocedure van gegevens ingesteld op stapsgewijs. U kunt de instellingen desgewenst opslaan voor later gebruik.

NB

Het laden van gegevens voor het datawarehouse is een intensief databaseproces. Het wordt daarom ten zeerste aanbevolen deze procedure buiten de piekuren uit te voeren.

Met het AETL-proces worden de Infor EAM Analytics-gegevens regelmatig bijgewerkt. Als u Infor EAM Analytics voor de eerste keer installeert, moet u een volledige laadprocedure van het ETL-proces van het datawarehouse uitvoeren. Als u Infor EAM Analytics van een vorige versie upgradet, moet u uitsluitend stapsgewijze laadprocedures van het ETL-proces van het datawarehouse uitvoeren. Als u een volledige laadprocedure uitvoert na een upgrade, gaan er gegevens verloren.

  1. Selecteer Beheer > Gegevens verzamelen > Uitvoeringsparameters datawarehouse.
  2. Schakel het selectievakje Laadprocedure uitvoeren in zodat de ETL-job voor het datawarehouse de laadprocedure van gegevens zo kan uitvoeren dat productiegegevens naar de datawarehousetabellen worden overgebracht.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Laadtype
    Selecteer een van de volgende opties:
    Optie Omschrijving
    Volledig Selecteer deze optie om een volledige laadprocedure uit te voeren.
    Stapsgewijs Selecteer deze optie om een stapsgewijze laadprocedure uit te voeren.
  4. Geef een datum op in Laden vanaf datum.
    NB

    U mag bij Laadtype alleen Volledig selecteren wanneer u het ETL-proces voor de eerste keer uitvoert of nadat u fouten hebt gecorrigeerd. Wanneer alle gegevens eenmaal goed zijn geladen, hoeft u dat niet nog een keer te doen, tenzij u de bestaande gegevens uit het datawarehouse wilt verwijderen.

    De datum bij Laden vanaf datum moet over het algemeen twee of meer jaar in het verleden vanaf het begin van het kalender- of boekjaar worden ingesteld. Houd er bij de selectie van de datum rekening mee dat elk jaar dat u aan het datawarehouse toevoegt, aanvullende databaseruimte in beslag neemt. Voeg alleen jaren toe waarvan de gegevens nuttig zijn voor de analyse.

    U kunt Oude gegevens verwijderen selecteren en Verwijderen tot datum instellen op de datum op basis waarvan records moeten worden verwijderd. De volgende keer dat het ETL-proces wordt uitgevoerd, worden eerst records verwijderd die een datum hebben op of vóór Verwijderen tot datum. Vervolgens wordt het selectievakje Oude gegevens verwijderen gewist en wordt de laadprocedure voortgezet. Infor raadt ten zeerste aan Oude gegevens verwijderen te selecteren als u een volledige laadprocedure wilt uitvoeren.

    Wanneer u eenmaal een volledige laadprocedure hebt uitgevoerd zonder dat er daarbij fouten zijn opgetreden, moeten alle daaropvolgende laadprocedures stapsgewijs zijn. Na een volledige laadprocedure wordt de datum bij Laden vanaf datum automatisch veranderd in de huidige datum (datum van de meest recente laadprocedure). Het Laadtype wordt ingesteld op Stapsgewijs.

  5. Klik op Record opslaan.
    NB

    Wanneer u de instellingen van de uitvoeringsparameters opslaat, worden deze instellingen toegepast op het normaal geplande ETL-proces. Deze instellingen worden dan gebruikt wanneer het systeem het proces volgens planning uitvoert.

    U kunt de parameters zo instellen dat tegelijk gegevens worden geladen en verwijderd. Als u een laadprocedure wilt uitvoeren en tegelijkertijd gegevens wilt verwijderen, selecteert u zowel Laadprocedure uitvoeren als Oude gegevens verwijderen en voert u vervolgens gegevens in bij Laadtype, Laden vanaf datum en Verwijderen tot datum.

    Als drempelwaarde voor het vastleggen van records in de tabellen van het datawarehouse wordt standaard een waarde van 1500 records gebruikt. Als u een andere drempelwaarde wilt opgeven, moet deze waarde in de database worden aangepast door een databasebeheerder. Neem contact op met de databasebeheerder voor meer informatie.

    Elke stap in de laadprocedure wordt vastgelegd in het uitvoeringslogboek van het datawarehouse.

    Zie Uitvoeringslogboek van het datawarehouse weergeven.