Parameters instellen voor de verwijderprocedure van het datawarehouse

Bij het instellen van de parameters voor de verwijderprocedure van het datawarehouse geeft u aan of oude gegevens moeten worden verwijderd en vanaf welke datum dat moet gebeuren.

  1. Selecteer Beheer > Gegevens verzamelen > Uitvoeringsparameters datawarehouse.
  2. Schakel het selectievakje Oude gegevens verwijderen in om aan te geven dat er gegevens moeten worden verwijderd.
  3. Geef in Verwijderen tot datum de laatste datum op waarvoor gegevens moeten worden verwijderd.
  4. Klik op Record opslaan.
    NB

    Wanneer u de instellingen van de uitvoeringsparameters opslaat, worden deze instellingen toegepast op het normaal geplande ETL-proces. Deze instellingen worden dan gebruikt wanneer het systeem het proces volgens planning uitvoert.

    U kunt de parameters zo instellen dat tegelijk gegevens worden geladen en verwijderd. Als u een laadprocedure wilt uitvoeren en tegelijkertijd gegevens wilt verwijderen, selecteert u zowel Laadprocedure uitvoeren als Oude gegevens verwijderen en voert u vervolgens gegevens in bij Laadtype, Laden vanaf datum en Verwijderen tot datum.