Prompts voor inspectieaspecten definiëren

Om prompts te definiëren voor inspectieaspecten moet u het volgende doen:

  1. Selecteer Werk > Inspecties > Aspecten.
  2. Selecteer het aspect waarvoor u prompts wilt definiëren en klik op het tabblad Prompts.
  3. Klik op Prompt toevoegen.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Eigendom
    Geef de code voor de eigendom op en voer in het veld hiernaast een beschrijving van de eigendom in.
    NB

    U kunt eigenschapcodes en beschrijvingen definiëren door extra kenmerken aan te maken.

    Uploadkolom
    Geef de databasekolom op waarin de promptgegevens moeten worden opgeslagen.
    Volgnummer
    Voer een nummer in dat aangeeft in welke volgorde de prompts worden weergegeven op het tabblad Resultaten van het scherm Bewaakte gegevens.
    Standaard
    Geef de standaardwaarde op die automatisch wordt weergegeven op het scherm Bewaakte gegevens.
    Valideren
    Geef de code op van de formule die moet worden gebruikt voor validatie van de prompt.
    Invoegen
    Bijwerken
    Geef de code op van de formule die moet worden gebruikt om waarden te berekenen wanneer u een record invoegt of bijwerkt op het scherm Bewaakte gegevens. De Lengte van de kolom waarin de gegevens worden geladen, wordt automatisch ingevuld.
    Lengte
    Geef het maximumaantal tekens op dat is toegestaan voor promptwaarden.
    Tonen
    Geef aan of de prompt moet worden weergegeven op het scherm Bewaakte gegevens.
    Verplicht
    Geef aan of de prompt een verplicht veld is op het scherm Bewaakte gegevens.
    NB

    Als u Verplicht selecteert, moet u ook Tonen selecteren.

    Afdrukken
    Geef aan of de prompt moet worden afgedrukt op de rapporten. Deze rapporten worden door de gebruiker zelf gedefinieerd.
    Hoofdletters
    Geef aan of waarden voor de prompt alleen hoofdletters mogen bevatten.
    Niet in gebruik
    Selecteer deze optie om aan te geven deze prompt niet wordt gebruikt voor dit aspect.
  5. Klik op Bevestigen.